En hoe zit het met de aanvullende polissen?
De overheidsvoorlichting over de nieuwe zorgverzekering laat te wensen over. Veel is echter al bekend, maar het doorgronden ervan vereist wat doorzettingsvermogen.
Een militaire precisie-operatie moest het worden, de invoering van de nieuwe zorgverzekering. Maar juist precisie is nog ver te zoeken. Hoe hoog wordt de premie precies? Wat komt er in het pakket? Ga ik er financieel op achteruit? En hoe zit het met de aanvullende polissen?
Pas half december, over ruim twee maanden, zijn alle antwoorden bekend. Juist de langdurige onzekerheid over wat hun te wachten staat, maakt veel mensen ongerust en kwaad. De voorlichting door de overheid (vaak onduidelijk, laat, tegenstrijdig) roept meer vragen op dan ze beantwoordt. Dus wordt iedereen die ook maar een snipper informatie zou kunnen geven (ministeries, verzekeraars, belangengroepen, de media), overspoeld met telefoontjes en e-mails.
Daarom een poging tot verheldering, inclusief vraagtekens. Om te beginnen de premie. Iedereen vanaf 18 jaar moet in 2006 een premie van gemiddeld 1104 euro per jaar gaan betalen voor de verplichte basisverzekering die in de plaats komt van ziekenfonds en particuliere verzekering. Kinderen zijn gratis meeverzekerd. De inhoud van het pakket zal niet of nauwelijks afwijken van het huidige ziekenfondspakket, maar is nog niet definitief vastgesteld.
Hoe hoog de premie precies wordt, bepaalt elke zorgverzekeraar voor zichzelf; de premie kan dus hoger of lager uitvallen. Half december zijn de premies bekend; de verzekeraar die eerder zijn nek uitsteekt, weet dat zijn concurrenten dan lager zullen gaan zitten.
De mondige consument kan dus pas eind dit jaar gaan vergelijken en rekenen. Zijn huidige verzekering loopt in elk geval door tot 1 maart 2006. Dan moet hij beslissen of hij blijft zitten waar hij zit, of overstapt naar een ander. Uiterlijk 1 mei moet iedereen zijn plekje hebben gevonden.
De 1100 euro heeft betrekking op de zogeheten naturapolis: de verzekeraar vergoedt daarbij de kosten niet aan de verzekerde, maar hij betaalt rechtstreeks de zorgverlener. Dat wil zeggen: alleen zijn favoriete doktoren en ziekenhuizen waarmee hij een contract heeft.
Wie per se door zijn eigen hulpverlener geholpen wil worden, krijgt de kosten slechts voor een deel vergoed. Voor maximale keuzevrijheid en volledige vergoeding, moet een zogeheten restitutiepolis worden afgesloten. Die is duurder; keuzevrijheid heeft een prijs.
Voor mensen die nu in het ziekenfonds zitten, is de premie van 1100 euro veel hoger dan nu. Voor particulier verzekerden met kinderen geldt het omgekeerde, onder meer doordat kinderen straks gratis zijn verzekerd. Ook ouderen en chronisch zieken zijn beter af. Leeftijdstoeslagen zijn afgeschaft, en de verzekeraar mag niemand weren. Door een ingewikkeld systeem van plussen en minnen (onder meer door de zorgtoeslag en een belastingverlaging) komen de meeste mensen straks in de plus terecht, denkt het kabinet.
Het ministerie van Volksgezondheid heeft in een brochure tientallen rekenvoorbeelden opgenomen die enig houvast bieden. Dit is te vinden op http://www.denieuwezorgverzekering.nl. Vuistregel: hoge inkomens gaan er meer op vooruit dan de lagere. Ook vergelijkingswebsites als Independer.nl hebben sommen gemaakt.
Bij de nominale premie van 1100 euro komt ook nog een inkomensafhankelijke premie van 6,5 procent over een inkomen van maximaal dertigduizend euro. Werkgevers betalen die premie voor hun personeel, maar de werknemer moet er wel belasting over betalen. Dat is nu ook al zo voor ziekenfondsverzekerden en een deel van de particulieren.
Mensen zonder werkgever, zoals 65-plussers en zelfstandigen, betalen die premie zelf: 8,2 procent van het inkomen. Dat percentage gaat in 2006 omlaag naar 4,4 procent. Alleen over de AOW moet 6,5 procent worden betaald.
Is de premie van 1100 euro (even afgezien van zorgtoeslagen en andere compensatie) eigenlijk nog omlaag te schroeven? Ja zeker, zij het niet voor iedereen.
Wie een eigen risico neemt – vijfhonderd euro is het maximum dat de Zorgwet toestaat – betaalt een lagere premie. Maar het is wel verstandig van tevoren te bedenken of je, als de nood aan de man komt, echt in staat bent de eerste vijfhonderd euro (of minder bij een lager eigen risico) van je verblijf in het ziekenhuis zelf te betalen.
Voor een andere vorm van premiekorting, kan de verzekerde zich aansluiten bij een collectieve verzekering. Dan krijgt hij premiekorting. Tot dusver konden alleen werkgevers collectieve contracten afsluiten voor hun particulier verzekerde werknemers. Maar vanaf volgend jaar kunnen veel meer groepen zich verenigen in een collectief (zie kader).
Het kan de moeite lonen, ook voor iemand die geen inkomstenbelasting hoeft te betalen, buitengewone uitgaven voor ziekte, als aftrekpost op te voeren. Die mogelijkheid bestaat al lang, maar wordt nog altijd weinig benut.
Wie de nieuwe basispremie niet kan betalen – zes miljoen Nederlanders, verwacht de overheid – krijgt een zorgtoeslag om de pijn te verzachten. Maximaal 408 per jaar voor een alleenstaande met een inkomen onder de 25 duizend euro; en 1152 euro voor een huishouden met een jaarinkomen onder de veertigduizend euro.
Het aanvragen van die toeslag – elke 18+'er moet dat persoonlijk doen – doen, leidt nu al tot veel onrust en verwarring. De toeslagformulieren die de belastingdienst stuurde, bevatte een dubbele boodschap. Eén: alleen invullen, niets meesturen. Twee: stuur een offerte mee van uw verzekeraar voor de nieuwe polis.
Dat laatste bleek een foutje, maar duizenden mensen belden deze week in paniek hun verzekeraar: ik heb nog geen offerte gekregen. Inmiddels heeft de fiscus een correctie op zijn website geplaatst en zeshonderd organisaties geïnformeerd. Die organisaties (ouderenbonden, vakbonden, patiëntenverenigingen et cetera) moeten de burgers helpen om het formulier goed in te vullen.
Als alles goed gaat, maakt de Belastingdienst eind december de toeslag over, zodat de verzekerde tijdig de premie over januari kan betalen. Maar zal iedereen dat ook doen in de dure feestmaand? De toeslag wordt nu al 'vuurwerktoeslag' genoemd.
Wat als iemand de toeslag opmaakt aan iets anders, of er schulden mee aflost? Dan kan hij zijn premie niet betalen. Wie drie maanden achter elkaar in gebreke blijft, wordt uitgeschreven en is vervolgens niet verzekerd en daarmee strafbaar. Hij moet wanneer hij eenmaal is achterhaald, de achterstallige premie betalen plus een boete van 130 procent. Wat er moet gebeuren als hij niet betaalt, is nog onduidelijk.
Wie wordt uitgeschreven en zich wel bij een andere verzekeraar meldt, moet daar worden geacccepteerd. De verzekeraars vrezen voor een carrousel van wanbetalers. Oplossing? Onbekend. Of eigenlijk wel: de financiële schade van niet-betaalde premies of niet-betaalde zorg, zal worden verhaald op de andere verzekerden.
Kan de sociale dienst de premie van mensen met een uitkering niet beter automatisch inhouden en overmaken naar de zorgverzekeraar? Dat is precies het voorstel van de sociale diensten. Een enkele verzekeraar wil zijn notoire wanbetalers vragen, de fiscus te machtigen de zorgtoeslag rechtstreeks over te maken naar de verzekeraar om betalingsproblemen te voorkomen.
Maar de overheid houdt tot nog toe vast aan het standpunt dat mensen op hun eigen verantwoordelijkheid aangesproken moeten worden. Wat er gaat gebeuren als blijkt dat veel mensen die verantwoordelijkheid niet aankunnen, is onduidelijk.
Het onduidelijkste element is tot nog toe de aanvullende verzekering. Daarin zitten bijna onmisbare vormen van zorg, zoals tandartshulp en fysiotherapie. Heel veel mensen zijn dus op zo'n aanvullende polis aangewezen.
De zorgverzekeraars zijn echter niet verplicht iedereen te accepteren voor deze aanvullende verzekering. Ze hebben beloofd dat volgend jaar wel te doen, behalve als het gaat om erg dure tandheelkundige zorg. Maar wat er daarna gebeurt, is nog ongewis.
Daarbij komt nog dat de verzekeraars de diverse aanvullende pakketten en de premies pas in december bekendmaken. Pas dan kan het grote vergelijken beginnen. Als de diversiteit en de onvergelijkbaarheid even groot zijn als de afgelopen jaren, zal zelfs de mondige websurfer die minister Hoogervorst voor ogen staat, daaraan de handen vol hebben.
Verschijningsdatum: 26-09-2005
Rubriek: Uit de media
Bron: Volkskrant, 24-09-2005
De overheidsvoorlichting over de nieuwe zorgverzekering laat te wensen over. Veel is echter al bekend, maar het doorgronden ervan vereist wat doorzettingsvermogen.
Een militaire precisie-operatie moest het worden, de invoering van de nieuwe zorgverzekering. Maar juist precisie is nog ver te zoeken. Hoe hoog wordt de premie precies? Wat komt er in het pakket? Ga ik er financieel op achteruit? En hoe zit het met de aanvullende polissen?
Pas half december, over ruim twee maanden, zijn alle antwoorden bekend. Juist de langdurige onzekerheid over wat hun te wachten staat, maakt veel mensen ongerust en kwaad. De voorlichting door de overheid (vaak onduidelijk, laat, tegenstrijdig) roept meer vragen op dan ze beantwoordt. Dus wordt iedereen die ook maar een snipper informatie zou kunnen geven (ministeries, verzekeraars, belangengroepen, de media), overspoeld met telefoontjes en e-mails.
Daarom een poging tot verheldering, inclusief vraagtekens. Om te beginnen de premie. Iedereen vanaf 18 jaar moet in 2006 een premie van gemiddeld 1104 euro per jaar gaan betalen voor de verplichte basisverzekering die in de plaats komt van ziekenfonds en particuliere verzekering. Kinderen zijn gratis meeverzekerd. De inhoud van het pakket zal niet of nauwelijks afwijken van het huidige ziekenfondspakket, maar is nog niet definitief vastgesteld.
Hoe hoog de premie precies wordt, bepaalt elke zorgverzekeraar voor zichzelf; de premie kan dus hoger of lager uitvallen. Half december zijn de premies bekend; de verzekeraar die eerder zijn nek uitsteekt, weet dat zijn concurrenten dan lager zullen gaan zitten.
De mondige consument kan dus pas eind dit jaar gaan vergelijken en rekenen. Zijn huidige verzekering loopt in elk geval door tot 1 maart 2006. Dan moet hij beslissen of hij blijft zitten waar hij zit, of overstapt naar een ander. Uiterlijk 1 mei moet iedereen zijn plekje hebben gevonden.
De 1100 euro heeft betrekking op de zogeheten naturapolis: de verzekeraar vergoedt daarbij de kosten niet aan de verzekerde, maar hij betaalt rechtstreeks de zorgverlener. Dat wil zeggen: alleen zijn favoriete doktoren en ziekenhuizen waarmee hij een contract heeft.
Wie per se door zijn eigen hulpverlener geholpen wil worden, krijgt de kosten slechts voor een deel vergoed. Voor maximale keuzevrijheid en volledige vergoeding, moet een zogeheten restitutiepolis worden afgesloten. Die is duurder; keuzevrijheid heeft een prijs.
Voor mensen die nu in het ziekenfonds zitten, is de premie van 1100 euro veel hoger dan nu. Voor particulier verzekerden met kinderen geldt het omgekeerde, onder meer doordat kinderen straks gratis zijn verzekerd. Ook ouderen en chronisch zieken zijn beter af. Leeftijdstoeslagen zijn afgeschaft, en de verzekeraar mag niemand weren. Door een ingewikkeld systeem van plussen en minnen (onder meer door de zorgtoeslag en een belastingverlaging) komen de meeste mensen straks in de plus terecht, denkt het kabinet.
Het ministerie van Volksgezondheid heeft in een brochure tientallen rekenvoorbeelden opgenomen die enig houvast bieden. Dit is te vinden op http://www.denieuwezorgverzekering.nl. Vuistregel: hoge inkomens gaan er meer op vooruit dan de lagere. Ook vergelijkingswebsites als Independer.nl hebben sommen gemaakt.
Bij de nominale premie van 1100 euro komt ook nog een inkomensafhankelijke premie van 6,5 procent over een inkomen van maximaal dertigduizend euro. Werkgevers betalen die premie voor hun personeel, maar de werknemer moet er wel belasting over betalen. Dat is nu ook al zo voor ziekenfondsverzekerden en een deel van de particulieren.
Mensen zonder werkgever, zoals 65-plussers en zelfstandigen, betalen die premie zelf: 8,2 procent van het inkomen. Dat percentage gaat in 2006 omlaag naar 4,4 procent. Alleen over de AOW moet 6,5 procent worden betaald.
Is de premie van 1100 euro (even afgezien van zorgtoeslagen en andere compensatie) eigenlijk nog omlaag te schroeven? Ja zeker, zij het niet voor iedereen.
Wie een eigen risico neemt – vijfhonderd euro is het maximum dat de Zorgwet toestaat – betaalt een lagere premie. Maar het is wel verstandig van tevoren te bedenken of je, als de nood aan de man komt, echt in staat bent de eerste vijfhonderd euro (of minder bij een lager eigen risico) van je verblijf in het ziekenhuis zelf te betalen.
Voor een andere vorm van premiekorting, kan de verzekerde zich aansluiten bij een collectieve verzekering. Dan krijgt hij premiekorting. Tot dusver konden alleen werkgevers collectieve contracten afsluiten voor hun particulier verzekerde werknemers. Maar vanaf volgend jaar kunnen veel meer groepen zich verenigen in een collectief (zie kader).
Het kan de moeite lonen, ook voor iemand die geen inkomstenbelasting hoeft te betalen, buitengewone uitgaven voor ziekte, als aftrekpost op te voeren. Die mogelijkheid bestaat al lang, maar wordt nog altijd weinig benut.
Wie de nieuwe basispremie niet kan betalen – zes miljoen Nederlanders, verwacht de overheid – krijgt een zorgtoeslag om de pijn te verzachten. Maximaal 408 per jaar voor een alleenstaande met een inkomen onder de 25 duizend euro; en 1152 euro voor een huishouden met een jaarinkomen onder de veertigduizend euro.
Het aanvragen van die toeslag – elke 18+'er moet dat persoonlijk doen – doen, leidt nu al tot veel onrust en verwarring. De toeslagformulieren die de belastingdienst stuurde, bevatte een dubbele boodschap. Eén: alleen invullen, niets meesturen. Twee: stuur een offerte mee van uw verzekeraar voor de nieuwe polis.
Dat laatste bleek een foutje, maar duizenden mensen belden deze week in paniek hun verzekeraar: ik heb nog geen offerte gekregen. Inmiddels heeft de fiscus een correctie op zijn website geplaatst en zeshonderd organisaties geïnformeerd. Die organisaties (ouderenbonden, vakbonden, patiëntenverenigingen et cetera) moeten de burgers helpen om het formulier goed in te vullen.
Als alles goed gaat, maakt de Belastingdienst eind december de toeslag over, zodat de verzekerde tijdig de premie over januari kan betalen. Maar zal iedereen dat ook doen in de dure feestmaand? De toeslag wordt nu al 'vuurwerktoeslag' genoemd.
Wat als iemand de toeslag opmaakt aan iets anders, of er schulden mee aflost? Dan kan hij zijn premie niet betalen. Wie drie maanden achter elkaar in gebreke blijft, wordt uitgeschreven en is vervolgens niet verzekerd en daarmee strafbaar. Hij moet wanneer hij eenmaal is achterhaald, de achterstallige premie betalen plus een boete van 130 procent. Wat er moet gebeuren als hij niet betaalt, is nog onduidelijk.
Wie wordt uitgeschreven en zich wel bij een andere verzekeraar meldt, moet daar worden geacccepteerd. De verzekeraars vrezen voor een carrousel van wanbetalers. Oplossing? Onbekend. Of eigenlijk wel: de financiële schade van niet-betaalde premies of niet-betaalde zorg, zal worden verhaald op de andere verzekerden.
Kan de sociale dienst de premie van mensen met een uitkering niet beter automatisch inhouden en overmaken naar de zorgverzekeraar? Dat is precies het voorstel van de sociale diensten. Een enkele verzekeraar wil zijn notoire wanbetalers vragen, de fiscus te machtigen de zorgtoeslag rechtstreeks over te maken naar de verzekeraar om betalingsproblemen te voorkomen.
Maar de overheid houdt tot nog toe vast aan het standpunt dat mensen op hun eigen verantwoordelijkheid aangesproken moeten worden. Wat er gaat gebeuren als blijkt dat veel mensen die verantwoordelijkheid niet aankunnen, is onduidelijk.
Het onduidelijkste element is tot nog toe de aanvullende verzekering. Daarin zitten bijna onmisbare vormen van zorg, zoals tandartshulp en fysiotherapie. Heel veel mensen zijn dus op zo'n aanvullende polis aangewezen.
De zorgverzekeraars zijn echter niet verplicht iedereen te accepteren voor deze aanvullende verzekering. Ze hebben beloofd dat volgend jaar wel te doen, behalve als het gaat om erg dure tandheelkundige zorg. Maar wat er daarna gebeurt, is nog ongewis.
Daarbij komt nog dat de verzekeraars de diverse aanvullende pakketten en de premies pas in december bekendmaken. Pas dan kan het grote vergelijken beginnen. Als de diversiteit en de onvergelijkbaarheid even groot zijn als de afgelopen jaren, zal zelfs de mondige websurfer die minister Hoogervorst voor ogen staat, daaraan de handen vol hebben.
Verschijningsdatum: 26-09-2005
Rubriek: Uit de media
Bron: Volkskrant, 24-09-2005