Verdoving en borstvoeding

Beste Esther,

Verdovingsvloeistof of te wel anesthesievloeistof bestaat vaak grofweg uit:

- de stof met een verdovende werking (meestal lidocaine, articaine, prilocaine, bupivacaine)
- een bloedvatvernauwend middel (meestal adrenaline of vasopressine)
- een conserveermiddel

Het bloedvatvernauwend middel zorgt ervoor dat het verdovingsmiddel minder snel wordt afgevoerd en dus voldoende lang werkzaam is.

In principe kunnen al deze stoffen met verdovende werking, de moederkoek (placenta) passeren en in de bloedsomloop van de foetus terechtkomen. Alleen voor prilocaine is bij hoge doseringen een mogelijk schadelijk effect voor de foetus beschreven. Prilocaine wordt in Nederland verkocht onder de merknaam Citanest. Dit wordt vaak geleverd in combinatie met het bloedvatvernauwende vasopressine, waarvan weer wordt gezegd dat het mogelijk weeen kan opwekken. Citanest wordt bij zwangere vrouwen dus afgeraden te gebruiken.

Van de overige middelen zijn, in normale concentraties, geen schadelijke effecten aan de foetus beschreven en zouden dus probleemloos in de zwangerschap gebruikt moeten kunnen worden.

Van lidocaine en prilocaine wordt in het farmaceutisch kompas beschreven dat deze kunnen overgaan in de moedermelk. Maar er wordt tevens geconstateerd dat gezien de zeer geringe opname van deze stoffen door de zuigeling, de mogelijke schadelijke invloed als minimaal moet worden beschouwd.

Ik denk ook dat u zich geen zorgen moet maken over de mogelijke gevolgen. De nu gebruikte verdovingsmiddelen in de tandheelkunde zijn zeer veilig en moeten aan strenge veiligheidsvoorwaarden voldoen. Het uitstellen van de tandheelkundige behandeling zou zeker gezien het bijna nihil zijnde risico niet verstandig zijn.

Met vriendelijke groet.