Speeksel bevat bepaalde eiwitten die een bufferende werking hebben, maw die eiwitten gaan zuren, die door de mondbacteriën gevormd worden na het eten van suikers, gaan neutraliseren. Bij een tekort aan speeksel is er een verminderde buffercapaciteit, waardoor die gevormde zuren niet geneutraliseerd worden en bijgevolg de tanden aantasten
--> en waardoor dus gaatjes ontstaan!
Xerostomie kan niet alleen de gezondheid beinvloed, maar kan ook dramatische effecten hebben op de kwaliteit van leven.
• De patiënt een heeft gevoel van droogte
in de mond.
• Wordt meestal veroorzaakt door een verminderde
speekselvloed of verandering in de speeksel
samenstelling.
• Kan ook veroorzaakt worden of verergeren door
droge lucht, mondademhaling en roken.
• De verborgen oorzaak van cariës, plakophoping,
tandvleesproblemen en zelfs het verlies van tanden
en kiezen.
Het speeksel
• Normaal een heldere, basische enigszins visceuze afscheiding van de speekselklieren in de mond: parotis, sublinguale en buccale speekselklieren en kleine klieren in de mucosa.
• Het bestaat hoofdzakelijk uit water.
• Bevat enzymen en andere proteïnen, kleine organische moleculen, elektrolyten en non-saliva componenten.
Stoffen in het speeksel:
Proteïnen, Elektrolyten Org., Moleculen
Speekselbestanddelen:
Gezond speeksel bestaat uit een mix van
mondvloeistoffen, die bovendien een aantal
bestanddelen bevatten die niet uit het speeksel
afkomstig zijn:
• Serum en bloedcellen
• Bacteriën en bacteriële producten
• Dode en afgeschilferd epitheel
• Voedselresten
• Slijmstoffen
De werking:
• Het is het eerste verdedigingsmechanisme tegen chemische, mechanische en infectueuze aanvallen.
• Het helpt bij spreken, eten, slikken en het bewerken van het voedsel voor spijsvertering.
• De beschermende functies omvatten bevochtiging, antimicrobiële
activiteit, remineralisatie, reiniging, buffering en het in stand houden van de mucosa.
De oorzaken van xerostomie
• Medicijngebruik
• Chronische ziekten
• Bestraling en chemotherapie
• Ouder worden
• Terminaal patiënten
• Overige oorzaken
Medicatie:
Meer dan 400 medicijnen geven als bijwerking
een droge mond bijv:
– Antihypertensiva
– Antipsychotica en antidepressiva
– Astma inhalers
– Anti Parkinsonmiddelen
– Maagzuurremmers
– Anti-emetica en anti diarree middelen
Chronische ziekten
– Syndroom van Sjögren
– Diabetes
– Hemodialyses en nieraandoeningen
– Reuma
– Ziekte van Parkinson
– HIV / AIDS
Diabetes
• Diabetici worden geplaagd door een voortdurend dorstgevoel, veel water drinken verstoort het mondmilieu.
• Door afwijking in de speekselproductie ontstaat er een verandering in de speekselsamenstelling wat tot een hevig gevoel van een droge mond
leidt.
– Droge mond en dorstgevoel.
– Tandvleesontstekingen.
– Snelvoortschrijdende cariës.
– Slechte adem.
– Plakophoping.
– Branderig gevoel op de tong en aan de wangen.
– Pijnlijke lippen en mondhoeken.
– Problemen bij eten, drinken, slikken en praten.
– Gebitsprotheses blijven niet zitten.
Non orale klachten
– Droge keel, neus en huid
– Droge, branderige ogen
– Zanderig en korrelig gevoel in de ogen
– Wazig zien
– Droge huid
– Constipatie
– Maagzuur
– Droge vagina, branderig gevoel, jeuk en infecties
Klinische symptomen
• Tandvleesontstekingen.
• Snel voortschrijdende cariës, m.n. in het front.
• Verhoogde plakvorming.
• Mucositis.
• Wangslijmvlies ziet er dun en bleek uit.
• Duidelijke fissuren op de tong.
• Cheilitis angularis / Cheilosis.
• Gebarsten, bloedend weefsel.T
• Candidiasis, vooral op de tong en
gehemelte.
• Dikker, slijmerig of schuimend speeksel.
• Problemen met het dragen van een prothese.
• Probleem om speekselproductie op gang te krijgen.
• Verlaagde PH, veranderde mondflora.
De gevolgen van xerostomie
Tandheelkundige problemen zoals tandvleesontsteking, cariës, halitose, onesthetisch aspect en geen retentie voor een prothese.
Voedingsproblemen zoals achteruitgang van de kwaniteit en de kwaliteit.
Slaapproblemen zoals onderbroken slaap.
Conversatieproblemen zoals smakkende geluiden.
Medicatieproblemen zoals problemen bij het innemen van medicijnen en verminderde oplosbaarheid van sublinguale tabletten.
De oplossingen
Behandeling gericht op:
• Bestrijding van de symptomen.
• Remming van tandbederf en tandvleesontstekingen.
• Vervanging van of aanvulling op speekselproductie.
• Kritisch het medicijngebruik in kaart brengen en waar mogelijk een alternatief aanbieden.
• Dialoog met artsen is vaak nodig - focus op de destructieve situatie in mond en de onacceptabele neveneffecten (bijv. sociaal isolement).
• Verzoek arts om andere presentatievorm van medicatie als slikken een probleem is.
• Bevochtiging van de mond voordat medicatie ingenomen wordt, gevolgd door een 1/2 glas water.
Advies aan de patiënt:
• Let goed op veranderde situaties in de mond.
• Regelmatig controle door tandarts en mondhygiënist.
• Gebruik een zachte tandenborstel.
• Mondspoelmiddel met alcohol vermijden.
• Gebruik niet-schurend en niet-schuimende tandpasta.
• Gebruik mondbevochtigingsgel.
• Vermijd suiker en zoetwaren.
• Vermijd roken en het gebruik van alcohol.
• Verminder of vermijd het gebruik van koolzuurhoudende dranken.
• Vermijd (overdadig) gezouten voedse.l
• Vermijd droge biscuit, crackers, toast.
• Vermijd vitamine C tabletten.
• Drink water, vermijd limonade, vruchtensappen.
• Drink voldoende tijdens de maaltijden, gebruik vet en sauzen en gepureerd voedsel.
• Eet kleine hoeveelheden, maar frequent.
• Zuig ijsklontjes, suikervrije snoepjes.
• Suikervrije kauwgum indien nog speekselproductie.
• Gebruik witte vaseline.
Naar boven
Lieneke
Site Admin
Geregistreerd op: 19-5-2004
Berichten: 2227
Woonplaats: Silvolde
Geplaatst: Zo Jun 29, 2008 10:56 pm Onderwerp:
Hoe kan een droge mond worden verklaard en wat is er aan te doen? (uitvoerig onderzoek door tandarts, KNO-arts en internist leverde niets op)
ANTWOORD VAN DR. W.F.C. HOGEWIND, AFDELING MOND-ZIEKTEN EN KAAKCHIRURGIE, MEDISCH CENTRUM HAAG-LANDEN, 'S-GRAVENHAGE.
Inleiding
Monddroogheidsklachten zijn geen uitzondering in de algemene praktijk. Meer dan een kwart van de vijftigplussers ondervindt wel eens hinder van een aan-houdende monddroogheid. Veelal is tevens sprake van smaakstoornissen en een, min of meer chronisch, pijnlijk of branderig gevoel in het mond- of tongslijm-vlies. Wanneer uitvoerig onderzoek door tandarts, kno-arts en internist niets oplevert, spreken we bij deze trias van klachten van tong- of mondbranden.
Epidemiologie
Epidemiologische gegevens over de frequenties van voorkomen van mondbranden zijn zowel in Nederland als daarbuiten, nauwelijks beschikbaar. Wel is duidelijk dat mondbranden veel vaker bij vrouwen dan bij mannen voorkomt en zich vooral uit boven het veertigste jaar.
Klachtenpatroon
De meeste patiënten kunnen zich precies herinneren wanneer de klachten zijn ontstaan. Vaak is dat na een tandheelkundige of medische behandeling. Soms wordt ook een bepaalde emotionele gebeurtenis, bijvoorbeeld het overlijden van de echtgenoot, als begintijdstip van de klachten vermeld. De klachten, een brandend ge-voel in de mond en/of de tong, al of niet in combinatie met een droge mond en verlies aan smaak of een afwijkende (zout-/metaal-)smaak, zijn iedere dag aan-wezig, vaak maanden of jaren, met een continu beloop. Veelal zijn de klachten ‘s morgens bij het wakker worden het minst erg en nemen zij in de loop van de dag toe. De klachten zijn vooral ‘s avonds ondraaglijk en bemoeilijken het inslapen. ‘s Nachts wordt de patiënt vaak wakker van de klachten. Het uitgebreid laten beschrijven van de klachten, het laten kwanti-ficeren ervan, het gedetailleerd ingaan op momenten van verheviging van de klacht en het doorvragen over de beperkingen dienen een tweeledig doel. Ten eerste wordt inzicht verkregen in de ernst, de beleving van de patiënt en de ervaren beperkingen, lijdend tot een specifieke diagnose. Alle informatie is in ieder geval behulpzaam bij de begeleiding van een patiënt met een onbegrepen chronisch probleem. Ten tweede betekent het voor de patiënt dat de klacht serieus wordt ge-nomen.
Lokale oorzaken
Mondslijmvliesafwijkingen, zoals een landkaarttong (lingua geographica), lingua fissurata, glossitis rhom-bica mediana en lichen planus, kunnen een pijnlijk of brandend gevoel veroorzaken, evenals een zeer zelden voorkomende overgevoeligheid voor prothesemateriaal of tandheelkundige restauraties. In alle gevallen is er sprake van een zichtbare slijmvliesverandering en mag per definitie niet van mondbranden gesproken worden, waarbij het slijmvlies klinisch een normaal niet afwij-kend respectievelijk ontstoken aspect heeft.
Nauwkeurige inspectie van mond en tong is bij iedere patiënt geïndiceerd om in ieder geval een eventuele kwaadaardige slijmvliesafwijking, die op mondbran-den lijkende klachten kan veroorzaken, uit te sluiten.
Inwendige oorzaken
Bij patiënten met mondbrandklachten is zelden of nooit een inwendig onderzoek in het spel. Laboratoriumonderzoek of verwijzing naar een internist is bij deze klachten alleen zinvol wanneer er zichtbare veranderingen van het tong- of mondslijm-vlies zijn, die niet op een lokale oorzaak of lokale slijmvliesafwijking lijken te berusten. Een bewijs voor hormonale invloeden, zoals bij vrouwen rond en na de menopauze of bij diabetes mellitus, is nooit geleverd. Dit geldt ook voor de vaak veronderstelde aanwezig-heid van pernicieuze anemie of een ijzergebrekanemie. Verondersteld wordt dat met het ouder worden de functie van de speekselklieren afneemt en aanleiding kan zijn voor klachten van een droge mond. Dit kan wel reeds bestaande mondklachten verergeren, maar is daar niet de oorzaak van.
Hetzelfde geldt voor sommige geneesmiddelen die de speekselsecretie remmen, zoals antidepressiva, anti-hypertensiva en ACE-remmers.
Neurologische en psychische oorzaken
Alleen wanneer er sprake is van enkelzijdige mond-brandklachten kan het, behalve als het om een lokale slijmvliesafwijking gaat, om een eventueel neuro-logische afwijking gaan. Daarentegen blijken angst, depressie, somatische reacties op stress en neurotische labiliteit, significant vaker voor te komen dan bij de gemiddelde bevolking. Omgekeerd blijken patiënten door hun mondbrandklachten onder hoge psychische druk te staan, hetgeen bij interviewers hoge scorings-percentages oplevert van psychische stoornissen. Ook een crisissituatie in iemands leven wordt in de litera-tuur vaak genoemd voor het optreden van het mond-brandsyndroom. Vooral tongbranden zou zo ook veroorzaakt kunnen worden omdat patiënten, al of niet met angstgevoelens, voortdurend onbewust met hun tong spelen en deze voortdurend langs de randen van de tanden of de gebitsprothese of op de binnenkant van de wangen en lippen bewegen.
Behandeling
Bij dubbelzijdige, niet op zichtbare slijmvliesafwijking berustende klachten over mondbranden, waarvoor ook geen andere oorzaak kan worden gevonden, is het van belang bij de uitleg aan de patiënt blijk te geven van bekendheid met het symptomencomplex en te bena-drukken dat het onwaarschijnlijk is dat er een aan-toonbare oorzaak in het spel is en dat vooral een eventueel onderliggend kwaadaardig proces uitge-sloten kan worden. De onzekerheid over de vraag of en in hoeverre psychische factoren, een rol spelen bij het ontstaan van mondbrandklachten, vraagt bij de uitleg aan patiënt om een zekere omzichtigheid. In ieder geval moet worden voorkomen dat behandelingen worden uitgevoerd waarvan in alle redelijkheid geen verbetering van de mondbrandklachten mag worden verwacht, zoals het vervangen van gebitsrestauraties, het nemen van een biopt van klinisch normaal slijm-vlies of exploratie van het kaakbot. Ook het voor-schrijven van medicatie, zoals psychofarmaca, anal-getica of spoelmiddelen, moet worden vermeden om teleurstelling te voorkomen met betrekking tot de werkzaamheid ervan. Sommige patiënten ervaren enige verbetering bij het spoelen met kamillethee, het af en toe zuigen op een ijsblokje of het regelmatig kauwen op kauwgom.
Conclusie
Nadat nauwkeurig onderzoek is uitgevoerd naar de eventuele aanwezigheid van afwijkingen van het mondslijmvlies, die de klachten van een droge mond en intens zoute smaak zouden kunnen verklaren, mag, zeker als daarbij ook sprake is van een branderig ge-voel in de mond- of tongslijmvlies, gesproken worden van mondbrandsyndroom. Door onbekendheid met het klachtenpatroon van mondbranden vinden patiënten bij tandartsen en huisartsen over het algemeen weinig hulp en begrip. Vertrouwdheid met het symptomen-complex, tijd en aandacht, blijken de therapeutische handvatten te zijn voor een veelal succesvol beleid bij patiënten met deze klachten. Vermoedelijk verdwijnen mondbrandklachten op den duur, zij het dat dit soms jaren kan duren. Verwijzing voor de diagnostiek bij het afwezig zijn van een afwijking in de mond heeft geen zin, maar voor de acceptatie van dit soms ernstig onge-rief kan een verwijzing naar een kaakchirurg zinvol zijn.
Literatuur:
- Waal I van der. Mondbranden. Ned Tijdschr Tandheelkd 2001; 108: 237-41.
- Boeke AJP, Waal I van der. Mondaandoeningen in de huisartspraktijk. Maarssen: Elsevier/Bunge, 1998.
- Waal I van der. Mondbranden. Alphen a/d Rijn: Samson Stafleu, 1990.
Re: Droge mond
--> en waardoor dus gaatjes ontstaan!
Re: Droge mond
Xerostomie kan niet alleen de gezondheid beinvloed, maar kan ook dramatische effecten hebben op de kwaliteit van leven.
• De patiënt een heeft gevoel van droogte
in de mond.
• Wordt meestal veroorzaakt door een verminderde
speekselvloed of verandering in de speeksel
samenstelling.
• Kan ook veroorzaakt worden of verergeren door
droge lucht, mondademhaling en roken.
• De verborgen oorzaak van cariës, plakophoping,
tandvleesproblemen en zelfs het verlies van tanden
en kiezen.
Het speeksel
• Normaal een heldere, basische enigszins visceuze afscheiding van de speekselklieren in de mond: parotis, sublinguale en buccale speekselklieren en kleine klieren in de mucosa.
• Het bestaat hoofdzakelijk uit water.
• Bevat enzymen en andere proteïnen, kleine organische moleculen, elektrolyten en non-saliva componenten.
Stoffen in het speeksel:
Proteïnen, Elektrolyten Org., Moleculen
Speekselbestanddelen:
Gezond speeksel bestaat uit een mix van
mondvloeistoffen, die bovendien een aantal
bestanddelen bevatten die niet uit het speeksel
afkomstig zijn:
• Serum en bloedcellen
• Bacteriën en bacteriële producten
• Dode en afgeschilferd epitheel
• Voedselresten
• Slijmstoffen
De werking:
• Het is het eerste verdedigingsmechanisme tegen chemische, mechanische en infectueuze aanvallen.
• Het helpt bij spreken, eten, slikken en het bewerken van het voedsel voor spijsvertering.
• De beschermende functies omvatten bevochtiging, antimicrobiële
activiteit, remineralisatie, reiniging, buffering en het in stand houden van de mucosa.
De oorzaken van xerostomie
• Medicijngebruik
• Chronische ziekten
• Bestraling en chemotherapie
• Ouder worden
• Terminaal patiënten
• Overige oorzaken
Medicatie:
Meer dan 400 medicijnen geven als bijwerking
een droge mond bijv:
– Antihypertensiva
– Antipsychotica en antidepressiva
– Astma inhalers
– Anti Parkinsonmiddelen
– Maagzuurremmers
– Anti-emetica en anti diarree middelen
Chronische ziekten
– Syndroom van Sjögren
– Diabetes
– Hemodialyses en nieraandoeningen
– Reuma
– Ziekte van Parkinson
– HIV / AIDS
Diabetes
• Diabetici worden geplaagd door een voortdurend dorstgevoel, veel water drinken verstoort het mondmilieu.
• Door afwijking in de speekselproductie ontstaat er een verandering in de speekselsamenstelling wat tot een hevig gevoel van een droge mond
leidt.
Bestraling en chemotherapie
• Chemotherapie
• Beenmergtransplantatie
• Radiotherapie
– Hoofd-halsgebied
– Totaal
Ouder worden
30% van de 60-plussers heeft last van een droge mond door:
– Frequent en multiple medicijngebruik
– Mondademhaling
Terminaal patiënten / Palliatieve zorg
– Mondademhaling
– Uitdroging
– Bijwerkingen medicijngebruik
– Hypercalciëmie
– Zuurstoftoediening/ sondevoeding
Overige oorzaken
– Verwijdering van speekselklieren
– Dehydratie
– Schildklieraandoeningen
– Ademhalingsproblemen
– Intubatie
– Mondademhaling
– Roken
– Alcoholgebruik
– Stress
De klachten
Orale klachten:
– Droge mond en dorstgevoel.
– Tandvleesontstekingen.
– Snelvoortschrijdende cariës.
– Slechte adem.
– Plakophoping.
– Branderig gevoel op de tong en aan de wangen.
– Pijnlijke lippen en mondhoeken.
– Problemen bij eten, drinken, slikken en praten.
– Gebitsprotheses blijven niet zitten.
Non orale klachten
– Droge keel, neus en huid
– Droge, branderige ogen
– Zanderig en korrelig gevoel in de ogen
– Wazig zien
– Droge huid
– Constipatie
– Maagzuur
– Droge vagina, branderig gevoel, jeuk en infecties
Klinische symptomen
• Tandvleesontstekingen.
• Snel voortschrijdende cariës, m.n. in het front.
• Verhoogde plakvorming.
• Mucositis.
• Wangslijmvlies ziet er dun en bleek uit.
• Duidelijke fissuren op de tong.
• Cheilitis angularis / Cheilosis.
• Gebarsten, bloedend weefsel.T
• Candidiasis, vooral op de tong en
gehemelte.
• Dikker, slijmerig of schuimend speeksel.
• Problemen met het dragen van een prothese.
• Probleem om speekselproductie op gang te krijgen.
• Verlaagde PH, veranderde mondflora.
De gevolgen van xerostomie
Tandheelkundige problemen zoals tandvleesontsteking, cariës, halitose, onesthetisch aspect en geen retentie voor een prothese.
Voedingsproblemen zoals achteruitgang van de kwaniteit en de kwaliteit.
Slaapproblemen zoals onderbroken slaap.
Conversatieproblemen zoals smakkende geluiden.
Medicatieproblemen zoals problemen bij het innemen van medicijnen en verminderde oplosbaarheid van sublinguale tabletten.
De oplossingen
Behandeling gericht op:
• Bestrijding van de symptomen.
• Remming van tandbederf en tandvleesontstekingen.
• Vervanging van of aanvulling op speekselproductie.
• Kritisch het medicijngebruik in kaart brengen en waar mogelijk een alternatief aanbieden.
• Dialoog met artsen is vaak nodig - focus op de destructieve situatie in mond en de onacceptabele neveneffecten (bijv. sociaal isolement).
• Verzoek arts om andere presentatievorm van medicatie als slikken een probleem is.
• Bevochtiging van de mond voordat medicatie ingenomen wordt, gevolgd door een 1/2 glas water.
Advies aan de patiënt:
• Let goed op veranderde situaties in de mond.
• Regelmatig controle door tandarts en mondhygiënist.
• Gebruik een zachte tandenborstel.
• Mondspoelmiddel met alcohol vermijden.
• Gebruik niet-schurend en niet-schuimende tandpasta.
• Gebruik mondbevochtigingsgel.
• Vermijd suiker en zoetwaren.
• Vermijd roken en het gebruik van alcohol.
• Verminder of vermijd het gebruik van koolzuurhoudende dranken.
• Vermijd (overdadig) gezouten voedse.l
• Vermijd droge biscuit, crackers, toast.
• Vermijd vitamine C tabletten.
• Drink water, vermijd limonade, vruchtensappen.
• Drink voldoende tijdens de maaltijden, gebruik vet en sauzen en gepureerd voedsel.
• Eet kleine hoeveelheden, maar frequent.
• Zuig ijsklontjes, suikervrije snoepjes.
• Suikervrije kauwgum indien nog speekselproductie.
• Gebruik witte vaseline.
Naar boven
Lieneke
Site Admin
Geregistreerd op: 19-5-2004
Berichten: 2227
Woonplaats: Silvolde
Geplaatst: Zo Jun 29, 2008 10:56 pm Onderwerp:
--------------------------------------------------------------------------------
Hoe kan een droge mond worden verklaard en wat is er aan te doen? (uitvoerig onderzoek door tandarts, KNO-arts en internist leverde niets op)
ANTWOORD VAN DR. W.F.C. HOGEWIND, AFDELING MOND-ZIEKTEN EN KAAKCHIRURGIE, MEDISCH CENTRUM HAAG-LANDEN, 'S-GRAVENHAGE.
Inleiding
Monddroogheidsklachten zijn geen uitzondering in de algemene praktijk. Meer dan een kwart van de vijftigplussers ondervindt wel eens hinder van een aan-houdende monddroogheid. Veelal is tevens sprake van smaakstoornissen en een, min of meer chronisch, pijnlijk of branderig gevoel in het mond- of tongslijm-vlies. Wanneer uitvoerig onderzoek door tandarts, kno-arts en internist niets oplevert, spreken we bij deze trias van klachten van tong- of mondbranden.
Epidemiologie
Epidemiologische gegevens over de frequenties van voorkomen van mondbranden zijn zowel in Nederland als daarbuiten, nauwelijks beschikbaar. Wel is duidelijk dat mondbranden veel vaker bij vrouwen dan bij mannen voorkomt en zich vooral uit boven het veertigste jaar.
Klachtenpatroon
De meeste patiënten kunnen zich precies herinneren wanneer de klachten zijn ontstaan. Vaak is dat na een tandheelkundige of medische behandeling. Soms wordt ook een bepaalde emotionele gebeurtenis, bijvoorbeeld het overlijden van de echtgenoot, als begintijdstip van de klachten vermeld. De klachten, een brandend ge-voel in de mond en/of de tong, al of niet in combinatie met een droge mond en verlies aan smaak of een afwijkende (zout-/metaal-)smaak, zijn iedere dag aan-wezig, vaak maanden of jaren, met een continu beloop. Veelal zijn de klachten ‘s morgens bij het wakker worden het minst erg en nemen zij in de loop van de dag toe. De klachten zijn vooral ‘s avonds ondraaglijk en bemoeilijken het inslapen. ‘s Nachts wordt de patiënt vaak wakker van de klachten. Het uitgebreid laten beschrijven van de klachten, het laten kwanti-ficeren ervan, het gedetailleerd ingaan op momenten van verheviging van de klacht en het doorvragen over de beperkingen dienen een tweeledig doel. Ten eerste wordt inzicht verkregen in de ernst, de beleving van de patiënt en de ervaren beperkingen, lijdend tot een specifieke diagnose. Alle informatie is in ieder geval behulpzaam bij de begeleiding van een patiënt met een onbegrepen chronisch probleem. Ten tweede betekent het voor de patiënt dat de klacht serieus wordt ge-nomen.
Lokale oorzaken
Mondslijmvliesafwijkingen, zoals een landkaarttong (lingua geographica), lingua fissurata, glossitis rhom-bica mediana en lichen planus, kunnen een pijnlijk of brandend gevoel veroorzaken, evenals een zeer zelden voorkomende overgevoeligheid voor prothesemateriaal of tandheelkundige restauraties. In alle gevallen is er sprake van een zichtbare slijmvliesverandering en mag per definitie niet van mondbranden gesproken worden, waarbij het slijmvlies klinisch een normaal niet afwij-kend respectievelijk ontstoken aspect heeft.
Nauwkeurige inspectie van mond en tong is bij iedere patiënt geïndiceerd om in ieder geval een eventuele kwaadaardige slijmvliesafwijking, die op mondbran-den lijkende klachten kan veroorzaken, uit te sluiten.
Inwendige oorzaken
Bij patiënten met mondbrandklachten is zelden of nooit een inwendig onderzoek in het spel. Laboratoriumonderzoek of verwijzing naar een internist is bij deze klachten alleen zinvol wanneer er zichtbare veranderingen van het tong- of mondslijm-vlies zijn, die niet op een lokale oorzaak of lokale slijmvliesafwijking lijken te berusten. Een bewijs voor hormonale invloeden, zoals bij vrouwen rond en na de menopauze of bij diabetes mellitus, is nooit geleverd. Dit geldt ook voor de vaak veronderstelde aanwezig-heid van pernicieuze anemie of een ijzergebrekanemie. Verondersteld wordt dat met het ouder worden de functie van de speekselklieren afneemt en aanleiding kan zijn voor klachten van een droge mond. Dit kan wel reeds bestaande mondklachten verergeren, maar is daar niet de oorzaak van.
Hetzelfde geldt voor sommige geneesmiddelen die de speekselsecretie remmen, zoals antidepressiva, anti-hypertensiva en ACE-remmers.
Neurologische en psychische oorzaken
Alleen wanneer er sprake is van enkelzijdige mond-brandklachten kan het, behalve als het om een lokale slijmvliesafwijking gaat, om een eventueel neuro-logische afwijking gaan. Daarentegen blijken angst, depressie, somatische reacties op stress en neurotische labiliteit, significant vaker voor te komen dan bij de gemiddelde bevolking. Omgekeerd blijken patiënten door hun mondbrandklachten onder hoge psychische druk te staan, hetgeen bij interviewers hoge scorings-percentages oplevert van psychische stoornissen. Ook een crisissituatie in iemands leven wordt in de litera-tuur vaak genoemd voor het optreden van het mond-brandsyndroom. Vooral tongbranden zou zo ook veroorzaakt kunnen worden omdat patiënten, al of niet met angstgevoelens, voortdurend onbewust met hun tong spelen en deze voortdurend langs de randen van de tanden of de gebitsprothese of op de binnenkant van de wangen en lippen bewegen.
Behandeling
Bij dubbelzijdige, niet op zichtbare slijmvliesafwijking berustende klachten over mondbranden, waarvoor ook geen andere oorzaak kan worden gevonden, is het van belang bij de uitleg aan de patiënt blijk te geven van bekendheid met het symptomencomplex en te bena-drukken dat het onwaarschijnlijk is dat er een aan-toonbare oorzaak in het spel is en dat vooral een eventueel onderliggend kwaadaardig proces uitge-sloten kan worden. De onzekerheid over de vraag of en in hoeverre psychische factoren, een rol spelen bij het ontstaan van mondbrandklachten, vraagt bij de uitleg aan patiënt om een zekere omzichtigheid. In ieder geval moet worden voorkomen dat behandelingen worden uitgevoerd waarvan in alle redelijkheid geen verbetering van de mondbrandklachten mag worden verwacht, zoals het vervangen van gebitsrestauraties, het nemen van een biopt van klinisch normaal slijm-vlies of exploratie van het kaakbot. Ook het voor-schrijven van medicatie, zoals psychofarmaca, anal-getica of spoelmiddelen, moet worden vermeden om teleurstelling te voorkomen met betrekking tot de werkzaamheid ervan. Sommige patiënten ervaren enige verbetering bij het spoelen met kamillethee, het af en toe zuigen op een ijsblokje of het regelmatig kauwen op kauwgom.
Conclusie
Nadat nauwkeurig onderzoek is uitgevoerd naar de eventuele aanwezigheid van afwijkingen van het mondslijmvlies, die de klachten van een droge mond en intens zoute smaak zouden kunnen verklaren, mag, zeker als daarbij ook sprake is van een branderig ge-voel in de mond- of tongslijmvlies, gesproken worden van mondbrandsyndroom. Door onbekendheid met het klachtenpatroon van mondbranden vinden patiënten bij tandartsen en huisartsen over het algemeen weinig hulp en begrip. Vertrouwdheid met het symptomen-complex, tijd en aandacht, blijken de therapeutische handvatten te zijn voor een veelal succesvol beleid bij patiënten met deze klachten. Vermoedelijk verdwijnen mondbrandklachten op den duur, zij het dat dit soms jaren kan duren. Verwijzing voor de diagnostiek bij het afwezig zijn van een afwijking in de mond heeft geen zin, maar voor de acceptatie van dit soms ernstig onge-rief kan een verwijzing naar een kaakchirurg zinvol zijn.
Literatuur:
- Waal I van der. Mondbranden. Ned Tijdschr Tandheelkd 2001; 108: 237-41.
- Boeke AJP, Waal I van der. Mondaandoeningen in de huisartspraktijk. Maarssen: Elsevier/Bunge, 1998.
- Waal I van der. Mondbranden. Alphen a/d Rijn: Samson Stafleu, 1990.