Als je in de tandartsstoel ligt en de tandarts voert de controle uit, dan hoor je als het goed is louter de opmerking dat het er prima uitziet, maar af en toe kan het je ook duizelen van de termen die je om de oren vliegen. Wat betekenen al die termen nu eigenlijk?
Allereerst heb je de onderverdeling van de tanden en kiezen. Deze term bestaat uit 2 cijfers. Het eerste cijfer staat voor de kwadranten van het gebit (1 = rechtsboven, 2 = linksboven, 3 = linksonder en 4 = rechtsonder). Het tweede cijfer staat voor de positie van de tand of kies in het betreffende kwadrant. Je begint hierbij vanuit het midden te tellen: 1 = voortand, 2 = snijtand, 3 = hoektand, 4 = 1e kleine kies, 5 = 2e kleine kies, 6 = 1e grote kies, 7 = 2e grote kies en 8 = verstandskies.
Op de hoofdsite: http://www.tandarts.nl staat onder informatie en dan ‘het gebit’ een mooie animatie waarbij je in een diagram op het nummer kan gaan staan met je cursor, waarna de bijbehorende tand of kies oplicht.
Andere tandartstermen zijn de verschillende vlakken van tanden of kiezen:
- occlusaal = kauwvlak van gebitselementen
- incisaal = snijdende rand
- bucaal = aan de wangzijde
- labiaal = naar de lipzijde gericht
- vestibulair = dezelfde zijdes als bij bucaal en labiaal
- palatinaal = vlak aan kant van het gehemelte
- mesiaal = vlak dat naar andere tand/kies staat, richting lippen
- distaal = andere kant van eerder genoemde vlak, richting keel dus
- linguaal = tongzijde
- cervicaal = zijde vlak boven het tandvlees
Dan heb je ook nog combinaties van deze termen, die vaak ook worden afgekort. Zo kan een 2-vlaksvulling bijvoorbeeld een MO zijn: mesiaal occlusaal
En nog wat termen met een korte uitleg (in alfabetische volgorde):
- agenesie = het uitblijven van de normale ontwikkeling van gebitselementen
- apex resectie = operatieve behandeling waarbij de wortelpunt wordt weggenomen (als een eerder uitgevoerde wkb niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd).
- alveole = tandkas
- alveolitis = ontsteking van de alveole (tandkas)
- avitaal = niet levend
- botresorptie = het oplossen van bot
- bruxisme = tandenknarsen of klemmen
- caviteit = holte in tand of kies, veroorzaakt door cariës (gaatje )
- endodontologie = de wetenschap van de tandzenuw
- endodontitis = ontsteking van de tandzenuw
- endo = wortelkanaalbehandeling
- excaveren = schoonboren van een gaatje in tand/kies
- fissuur = (diepe) groef in kauwvlak van een tand/kies
- gingiva = tandvlees
- gingivitis = tandvleesontsteking
- gnatologie = tandheelkundig specialisme dat zich bezighoudt met functies van kaakgewricht en kauwspieren en de behandeling van functiestoornissen van het kauwapparaat
- granuloom = woekering van jong bindweefsel met bindweefselkapsel
- interdentaal = tussen de tanden
- malocclusie = de verstoring van de manier waarop de tanden en kiezen elkaar raken (bijv. over-/onderbeet, te hoge restauraties, onregelmatigheden door ontbrekende elementen)
- occlusie = de contactrelatie van de gebitselementen van onder- en bovenkaak bij het dichtbijten
- parodontium = de weefsels die een gebitselement omgeven en een rol spelen bij de bevestiging van tand/kies in de kaak
- parodontitus = ontsteking van de weefsels van het parodontium met vernietiging van het kaakbot
- pocket = ruimte tussen het tandvlees en de tand
- scalen = het verwijderen van tandsteen en andere afzettingen op gebitselementen met behulp van instrumenten
- sealen = het aanbrengen van een beschermend laagje in de groef aan de kauwzijde van een kies, ter preventie van gaatjes
Allereerst heb je de onderverdeling van de tanden en kiezen. Deze term bestaat uit 2 cijfers. Het eerste cijfer staat voor de kwadranten van het gebit (1 = rechtsboven, 2 = linksboven, 3 = linksonder en 4 = rechtsonder). Het tweede cijfer staat voor de positie van de tand of kies in het betreffende kwadrant. Je begint hierbij vanuit het midden te tellen: 1 = voortand, 2 = snijtand, 3 = hoektand, 4 = 1e kleine kies, 5 = 2e kleine kies, 6 = 1e grote kies, 7 = 2e grote kies en 8 = verstandskies.
Op de hoofdsite: http://www.tandarts.nl staat onder informatie en dan ‘het gebit’ een mooie animatie waarbij je in een diagram op het nummer kan gaan staan met je cursor, waarna de bijbehorende tand of kies oplicht.
Andere tandartstermen zijn de verschillende vlakken van tanden of kiezen:
- occlusaal = kauwvlak van gebitselementen
- incisaal = snijdende rand
- bucaal = aan de wangzijde
- labiaal = naar de lipzijde gericht
- vestibulair = dezelfde zijdes als bij bucaal en labiaal
- palatinaal = vlak aan kant van het gehemelte
- mesiaal = vlak dat naar andere tand/kies staat, richting lippen
- distaal = andere kant van eerder genoemde vlak, richting keel dus
- linguaal = tongzijde
- cervicaal = zijde vlak boven het tandvlees
Dan heb je ook nog combinaties van deze termen, die vaak ook worden afgekort. Zo kan een 2-vlaksvulling bijvoorbeeld een MO zijn: mesiaal occlusaal
En nog wat termen met een korte uitleg (in alfabetische volgorde):
- agenesie = het uitblijven van de normale ontwikkeling van gebitselementen
- apex resectie = operatieve behandeling waarbij de wortelpunt wordt weggenomen (als een eerder uitgevoerde wkb niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd).
- alveole = tandkas
- alveolitis = ontsteking van de alveole (tandkas)
- avitaal = niet levend
- botresorptie = het oplossen van bot
- bruxisme = tandenknarsen of klemmen
- caviteit = holte in tand of kies, veroorzaakt door cariës (gaatje )
- endodontologie = de wetenschap van de tandzenuw
- endodontitis = ontsteking van de tandzenuw
- endo = wortelkanaalbehandeling
- excaveren = schoonboren van een gaatje in tand/kies
- fissuur = (diepe) groef in kauwvlak van een tand/kies
- gingiva = tandvlees
- gingivitis = tandvleesontsteking
- gnatologie = tandheelkundig specialisme dat zich bezighoudt met functies van kaakgewricht en kauwspieren en de behandeling van functiestoornissen van het kauwapparaat
- granuloom = woekering van jong bindweefsel met bindweefselkapsel
- interdentaal = tussen de tanden
- malocclusie = de verstoring van de manier waarop de tanden en kiezen elkaar raken (bijv. over-/onderbeet, te hoge restauraties, onregelmatigheden door ontbrekende elementen)
- occlusie = de contactrelatie van de gebitselementen van onder- en bovenkaak bij het dichtbijten
- parodontium = de weefsels die een gebitselement omgeven en een rol spelen bij de bevestiging van tand/kies in de kaak
- parodontitus = ontsteking van de weefsels van het parodontium met vernietiging van het kaakbot
- pocket = ruimte tussen het tandvlees en de tand
- scalen = het verwijderen van tandsteen en andere afzettingen op gebitselementen met behulp van instrumenten
- sealen = het aanbrengen van een beschermend laagje in de groef aan de kauwzijde van een kies, ter preventie van gaatjes