Functie van het gebit
De belangrijkste functie van het menselijk gebit is het (voor)verwerken van voedsel. Daarnaast is het essentieel voor ons spraakvermogen. Natuurlijk mogen we het cosmetische aspect niet vergeten.
Ontwikkeling van het gebit tijdens zwangerschap
De ontwikkeling van het melkgebit bij een baby die zich nog in de buik van de moeder bevindt, gaat razendsnel. Die begint namelijk al tijdens de zesde week van de zwangerschap. De vorming van de tand start bij het glazuur van de snijrand. Dat gebeurt in een bijzonder deel van de kaak (de lamina dentalis) van het ongeboren kind. Hierna wordt de tand steeds verder opgebouwd richting de wortel. Een zwangerschap is daarom absoluut van invloed op de ontwikkeling van het melkgebit.
Hieronder vindt u een Nederlands gesproken animatie waarin wordt uitgelegd uit welke verschillende weefsels een tand of kies ontstaat in het embryo. In sommige gevallen is door ziekte en erfelijke oorzaken het glazuur op de kiezen minder goed aangelegd. Dan ontstaan zogenaamde kaaskiezen, die extra kwetsbaar zijn voor tandbederf zoals gaatjes en slijtage.
Vitamines
Welke vitaminen en mineralen zijn tijdens de zwangerschap van extra belang met het oog op een gezond toekomstig gebit? Zwangere vrouwen krijgen het advies het mineraal calcium in bepaalde hoeveelheden in te nemen. Calcium zorgt voor stevigheid van botten en het gebit. Niet alleen van de moeder, maar ook van het ongeboren kind. U vindt dit mineraal in melkproducten, melk, kaas, groenten, peulvruchten en noten.
Ook de inname van (extra) vitamine D wordt tijdens de zwangerschap aangeraden. Deze vitamine stimuleert de opname van calcium door het lichaam. Na de geboorte blijft vitamine D van groot belang voor voldoende kalkopname en de opbouw van sterke botten en tanden. Vitamine D zit vooral in vette vis zoals zalm, makreel en haring. In vlees en eieren vindt u naar verhouding minder vitamine D.
Na de geboorte zijn alle melktanden en kiezen en een gedeelte van het blijvende gebit onder het tandvlees in het kaakbot aanwezig. De ontwikkeling van het gebit is op dat moment dan ook al volop in gang gezet.
Lees meer over de verzorging van het kindergebit en het wisselen in het complete artikel over het (melk)gebit.
Doorkomen eerste tandjes
Wanneer er tandjes doorkomen wordt er door het kindje vaak gekwijld, kauwen ze op hun vingers en stoppen ze van alles in hun mond om op te kauwen. Veel kwaaltjes (rode uitslag op de billen, rood wangetje, verhoging, huilerig) worden gerelateerd aan het doorkomen van tanden. Een echt verband is echter wetenschappelijk nooit aangetoond.
Let op! Bij doorbraak van een tand of kies is het glazuur nog niet uitgehard. Hierdoor is het glazuur makkelijker oplosbaar onder invloed van zuren en is de kans op het ontstaan van tandbederf groter.
Melktandjes zijn dus kwetsbaar voor suiker en zuur, omdat ze een relatief dunne glazuurlaag hebben. Dit tandglazuur beschermt tanden doorgaans tegen deze voedingsmiddelen. Vanwege de kwetsbaarheid van de melktandjes is een goede verzorging vanaf het doorkomen belangrijk. Die verzorging heeft ook een positieve invloed op een gezonde ontwikkeling van het blijvende gebit. Zodra tandplak in aanraking komt met suiker uit onze dagelijkse voeding, worden schadelijke zuren geproduceerd. Die zijn de hoofdoorzaak van gebitsaandoeningen. Hoe meer suikers in voeding zit en hoe vaker een kind suiker in de mond heeft, des te groter de kans dat mondbacteriën zuren produceren die zorgen voor tandbederf. Dus niet alleen de hoeveelheid suiker, maar ook het aantal keer dat het gebit per dag in aanraking komt met suiker, telt.
Praktisch advies
- Poets het melkgebit zorgvuldig met een speciale kindertandenborstel en fluoridepeutertandpasta. Bij kinderen tot twee jaar is het voldoende de tanden één keer per dag te poetsen.
- Stap zo vroeg mogelijk over van een zuigfles of anti-lekbeker op een drinkbeker zonder tuit. Al vanaf negen maanden kunnen de meeste kinderen uit een beker zonder tuit leren drinken. Vele kleine beetjes sap uit een zuigfles kunnen het melkgebit op ernstige wijze aantasten en zuigflescariës veroorzaken, geef liever water en thee zonder suiker. Lees hier wat je kinderen het beste te drinken kan geven.
- Geef je kind geen flesje mee naar bed, ook niet met melk. Net als in sappen zit daar suiker in dat tandbederf kan veroorzaken. Kinderen die een fles mee naar bed krijgen om daarmee in slaap te vallen, lopen het meeste risico zuigflescariës te ontwikkelen.
- Poetsen met een fluoridetandpasta is het meest geadviseerd. Fluoride maakt het glazuur harder en dus minder vatbaar voor zuuraanvallen.
- >Kinderen zijn pas vanaf hun tiende jaar goed in staat zelfstandig hun gebit te poetsen. Poets daarom tot en met het tiende levensjaar het gebit samen met je kinderen
- Neem je kind altijd mee naar de tandarts om te wennen aan de (half)jaarlijkse controles.
Het is belangrijk om de voorlichting over mondgezondheid vroegtijdig te beginnen!
Een gezond melkgebit is de basis voor een gezond blijvend gebit om o.a. de volgende redenen:
- Het vroegtijdig verloren gaan van melktanden en kiezen kan ruimteproblemen en scheefstand in het blijvende gebit veroorzaken.
- Een slecht melkgebit is meestal het gevolg van slechte dagelijkse gewoonten, zoals te weinig en niet goed tandenpoetsen, verkeerde voedingsgewoonten zoals suikers in voeding en suikerhoudende drankjes, te veel eet- en drinkmomenten op een dag (water mag altijd!), langdurig drinken uit een fles. Al deze gewoonten kunnen leiden tot een slecht volwassen (blijvend) gebit.
- Ontstekingen in de mond, bloedend tandvlees bij het melkgebit kunnen schade toebrengen aan de nog niet doorgebroken blijvende tanden en kiezen.
- Melktanden en kiezen met gaatjes kunnen de eventueel aanwezige blijvende buurtanden en kiezen aantasten.
Tips bij voeding en melktandjes van peuters
- Beperk het aantal eetmomenten per dag. Drie maaltijden en een tussendoortje per dag kan het gebit goed aan.
- Beperk de suikerrijke en zuurhoudende dranken, zoals sappen en frisdranken. In het belang van (gebits)ontwikkeling en de algehele gezondheid kan je je zoon of dochter het best laten wennen aan water en thee zonder suiker. tips hoe je het voor je kind makkelijker maakt.
- Als er een zuigbehoefte is bij het slapen gaan, geef het kind dan liever een fopspeen mee in plaats van een fles.
- Als uw kind tóch een fles wil voor bedtijd, geef dan sowieso geen suikerrijke of zuurhoudende dranken, maar water
Tanden wisselen
Het wisselen van de melktanden begint meestal als een kind 6 jaar oud is. In deze fase verliest het de onderste melksnijtanden en komen de eerste blijvende kiezen door. De bovenste melksnijtanden vallen uit als een kind tussen de 7 en 8 jaar oud is. De rest van het blijvende gebit komt door als het kind 10 tot 13 jaar is. Een volledig blijvend gebit bestaat uit twaalf tanden en zestien kiezen, verstandskiezen niet meegerekend. De verstandskiezen verschijnen gemiddeld vanaf 18-jarige leeftijd. Uiteraard kunnen bovenstaande fases van kind tot kind verschillen.
Een gezond melkgebit is de basis voor een gezond blijvend gebit omdat:
- Het vroegtijdig verloren gaan van melkelementen kan ruimteproblemen en scheefstand in het blijvende gebit veroorzaken.
- Een slecht melkgebit is vaak het gevolg van slechte gewoonten, zoals slecht en/of slordig tandenpoetsen, verkeerde voedingsgewoonten, langdurig drinken uit een zuigfles. Handhaving van deze gewoonten kan leiden tot een slecht blijvend gebit.
- Ontstekingen aan het melkgebit kunnen schade toebrengen aan de nog niet doorgebroken blijvende elementen.
- Melktanden en kiezen met tandbederf kunnen de blijvende buurtanden en kiezen aantasten.
Het blijvende gebit:
Het blijvende gebit
Een volwassen of blijvend gebit telt 32 tanden en kiezen (elementen). Deze elementen zijn gelijk verdeeld over de boven- en onderkaak. Per kaak bevat het blijvende gebit dus 16 elementen. De 32 gebitselementen in het blijvende gebit zijn inclusief vier verstandskiezen. Telt u deze niet mee, dan heeft een volwassen persoon 28 tanden en kiezen in totaal.
Door beweging van de mond breken de eerste blijvende kiezen achter de melkkiezen door en komen melktanden los te staan. De meeste kinderen merken niets van het doorbreken van de nieuwe blijvende kiezen. Deze kiezen zijn in deze periode echter wel, net als melkelementen, kwetsbaar voor het ontstaan van tandbederf.
De blijvende elementen hebben bij doorbraak al hun definitieve vorm en formaat en breken vaak scheef in de kaak door. Ze lijken relatief groot. Dat komt omdat de groeispurt op dat moment nog niet is begonnen. Meestal lost de scheefstand vanzelf op, zodra de kaken gaan groeien. Soms breken de blijvende tanden net achter de melktanden door en ontstaat er een dubbele rij tanden. Dat maakt het schoon houden van de tanden lastig. Ook dit probleem lost zich meestal vanzelf op. In een enkel geval moet de tandarts de melktanden trekken.
Naast het wisselen van melktanden voor blijvende tanden, breken achter het melkgebit acht nieuwe grote kiezen en eventueel vier verstandskiezen door. Het wisselen is meestal voltooid op 13- of 14-jarige leeftijd. Een blijvend gebit is echter pas compleet na doorbraak van de verstandskiezen. Dat gebeurt gemiddeld wanneer iemand tussen de 18 en 24 jaar oud is. Soms breken de verstandskiezen helemaal niet door of zijn ze niet aangelegd (agenetisch).
Hieronder is te zien hoe de kiemen van de blijvende tanden (in het rood) achter de melktanden liggen.
Zoek de verschillen
Valt het u op dat het blijvende gebit geler van kleur is dan het melkgebit? Dat klopt. Het glazuur van het blijvende gebit is uit vrij netjes evenwijdig liggende kristallen opgebouwd. Vanwege lichtinval kan het gele tandbeen (dentine) doorschemeren. De kristallen van het glazuur van het melkgebit liggen minder netjes naast elkaar, wat het glazuur minder doorzichtig maakt. Vergelijk het met gebarsten glas. Dat is ook minder doorzichtig en witter dan onbeschadigd glas.
Het glazuur van het melkgebit is dunner en minder sterk dan het glazuur van het blijvend gebit. Hierdoor ontstaat makkelijker tandbederf en slijt het glazuur van het melkgebit sneller. Op 7- of 8-jarige leeftijd kunnen de knobbels van de melkkiezen door het kauwen zelfs al zijn weggesleten. Ook wat betreft vorm en grootte wijkt het blijvende gebit af van het melkgebit. Melktanden en hoektanden zijn kleiner dan de blijvende snij- en hoektanden . De nieuwe blijvende ondertanden hebben vaak een kartelrandje. Deze verdwijnen in de loop van de jaren als gevolg van slijtage door kauwbewegingen.
Hoe de tandarts schematisch de staat van het gebit vastlegt
V2/07-21