Woordenlijst

Author:
Lieneke
Posted:
vr, 10/28/2005 - 20:22
Klik op onderstaande woorden voor een uitleg:

A
Abces
Agenese
Agenesie
Alveole
Alveolitis
Amalgaam
Antibioticum
Antrumperforatie
Apex
Apexresectie
Apicaal
Articulatie
Avitaal
B
Blind onderzoek
Botresorptie
Brug
Bruxisme
Buccaal
C
Caries
Caviteit
Cervicaal
Cervix
Chloorhexadine
CMD
Composiet
Conventionele brug
Corona
Craniaal
Craniomandibulaire disfunctie
Cranium
Cuspidaat
D
Dentine
Distaal
Dubbelblind onderzoek
E
Endo
Endodontologie
Etiologie
Etiologie
Etsbrug
Etsen
Element
Endodontitis
Excaveren
Extractie
F
Fissuur
Fistel
Fistula
Fluoride
Fluorose
G
Glazuur
Glazuurparel
Gingiva
Gingivitis
Gnatologie
Granuloom
Grote kiezen
Glasionomeer
Gingiva
Guttapercha
H
Halitose
Hoektand
I
Implantaat
Incisaal
Incisief
Infectie
Interdentaal
K
Kanaalbehandeling
Kleine kiezen
Kroon, kunstmatig
Kroon, natuurlijk
Kwadranten
Kweek
L
Labiaal
Lateraal
Ligament
Linguaal
M
Malocclusie
Mandibula
Masticatie
Maxilla
Masseter
Melkgebit: namen en nummers
Mesiaal
Microorganisme
Molaar
Musculus
N
Nervus
O
Occlusaal
Occlusie
Ontsteking
Opbouw
Orthodontie
Os
P
Palatinaal
Parodontitis
Parodontologie
Parafuntioneel
Parodontium
Pijler
Pocket
Premolaar
Pulpa
Pulpakamer
Pulpitis
R
Radix
Resorptie
S
Scalen
Sealen
Sinus
Snijtand
Subgingivaal
Supragingivaal
T
Tandkas
Trauma
Temporalis
V
Verstandskies
Vestibulair
Vlakken van tanden en kiezen
Volwassen gebit: namen en nummers
Voortand
W
Waterstofperoxide
Wortelbehandeling
Wortelkanaal
Wortelkanaalbehandeling
Wortelpunt
Wortelpuntontsteking
Wortelpuntoperatie
X
Xerostomie
Z
Zuur
Lieneke

Anatomische begrippen in de tandheelkunde

Anatomische termen hebben betrekking op de bouw van organismen, bijvoorbeeld mensen of bacteriën. De woordenlijst heeft een apart stukje over https://www.tandarts.nl/mondzorg/gebit/melkgebit-blijvend-gebit de nummering van tanden en kiezen[/b][/url], en over https://www.tandarts.nl/mondzorg/gebit/melkgebit-blijvend-gebit

Andere anatomische termen zijn:

agenese of agenesie, het uitblijven van de normale ontwikkeling van anatomische strukturen, in de tandheelkunde meestal een tand of kies
alveole of tandkas, de holte waarin de tand of kies zit
apex of wortelpunt, het uiteinde van de tandwortel
avitaal, het niet levensvatbaar zijn van een anatomische struktuur. De pulpa, zie hieronder, kan bijvoorbeeld avitaal worden door trauma.
cervix of tandhals, overgang van de tandkroon naar de tandwortel
corona dentis of kroon, het normaal gesproken boven het tandvlees uitstekende en met glazuur bedekte deel van een tand of kies
(gebits)element, een tand of kies
craniaal, betrekking hebbend op de schedel
cranium, schedel
fissuur, een natuurlijk voorkomende groef, meestal op het kauwvlak van een kies
gingiva, het tandvlees
glazuur, harde laag om de kroon, zie hieronder, van een tand of kies. Het glazuur bestaat uit kristalprisma's van hydroxyl-apatiet met een verbindende tussenstof en is het hardste materiaal uit het menselijk lichaam.
glazuurparel, wit glanzend klein vormsel aan een tand of kies, bestaande uit glazuur
interdentaal, tussen de tanden of kiezen
kroon, betekent eigenlijk het normaal gesproken boven het tandvlees uitstekende en met glazuur bedekte deel van de een tand of kies, de corona. Het woord kroon wordt echter vaker gebruikt voor een kunstmatige vervanging hiervan, van bijvoorbeeld metaal of porcelein of een combinatie van beide. Daarom kan er onderscheid gemaakt worden tussen een natuurlijke en een kunstmatige kroon.
ligament, band van bindweefsel. In de tandheelkunde wordt de term ligament vaak gebruikt voor de vezels waarmee de wortel van een gebitselement aan het kaakbot vastzit.
mandibula, onderkaak
maxilla, bovenkaak
musculus, spier
nervus, zenuw
os, bot
parodontium, de weefsels die een tand of kies omgeven en een rol spelen bij de bevestiging van tand of kies in de kaak, bestaande uit tandvlees, ligament, wortelcement en kaakbot, zie ook elders in deze tekst
pocket, de ruimte tussen het tandvlees en de tand of kies waar tandplak en tandsteen zich kunnen ophopen. De term pocket wordt in de praktijk vaak gebruikt in een ongezonde situatie, namelijk als de pocket dieper is dan de normale 3 millimeter.
pulpa, het levende binnenste deel van een tand of kies, bestaande uit losmazig bindweefsel met bloedvaten en zenuwen
pulpakamer, ruimte in het tandbeen waar zich de pulpa bevindt, gaat in de tandwordtel over in het wortelkanaal
radix, (tand)wortel
sinus, holte, meestal wordt in de tandheelkunde geproken over de sinus maxillaris, de kaakbijholte welke zich boven de kiezen in de bovenkaak bevindt
subgingivaal, onder het tandvlees
supragingivaal, boven het tandvlees
tandkas of alveole, de holte waarin de tand of kies zit
wortelkanaal, ...
wortelpunt, zie apex hierboven
vr, 10/28/2005 - 20:23 Permalink
Lieneke

Kwadranten en nummering van het gebit en de namen van de tanden en kiezen


Het volgroeide gebit

Tanden en kiezen hebben nummers. Klikhier voor een animatie. Deze nummers bestaat uit 2 cijfers. Het eerste cijfer staat voor de kwadranten van het gebit: 1 is rechtsboven, 2 linksboven, 3 linksonder en 4 rechtsonder. Het tweede cijfer staat voor de positie van de tand of kies in het betreffende kwadrant. Begin hierbij vanuit het midden te tellen:
1 is een voor- of snijtand, de centrale incisief
2 is ook een voor- of snijtand, de laterale incisief
3 is de hoektand, of cuspidaat
4 en 5 zijn de 1e en 2e van de twee kleine kiezen of premolaren
6 en 7 zijn de 1e en 2e van de grote kiezen of molaren
8 is de verstandskies, de 3e molaar. Klikhier voor meer informatie over de verstandkies.


Het melkgebit

Het melkgebit heeft ook zo'n nummering. De kwadranten zijn hier: 5 is rechtsboven, 6 linksboven, 7 linksonder en 8 rechtsonder. Het melkgebit heeft maar vijf tanden en kiezen per kwadrant, er zijn namelijk maar twee molaren.
..
zo, 10/30/2005 - 15:22 Permalink
Lieneke

Vlakken van tanden en kiezen

Tanden en kiezen hebben verschillende kanten of vlakken:

apicaal, in de richting van de wortelpunt of apex. Omdat een apex normaal in een punt uitloopt is er meestal geen sprake van een echt vlak. Apicaal betekent daarom vaak ook "bij de apex".
buccaal, aan de wangzijde
distaal, naar de andere tand of kies staande in de richting van de keel
incisaal, dezelfde kant als occlusaal maar het wordt meestal voor snijtanden gebruikt. Hier is het dus geen meestal geen vlak maar een snijdende rand.
labiaal, aan de lipzijde
linguaal, aan de tongzijde
mesiaal, naar de andere tand of kies staande, in de tegenovergestelde richting als distaal
occlusaal, aan de kant van het kauwvlak van tanden of kiezen
palatinaal, aan de kant van het gehemelte, dus de binnenzijde van tanden en kiezen in de bovenkaak
vestibulair, dezelfde zijdes als bucaal en labiaal

Er worden ook combinaties van deze termen gebruikt, die vaak ook worden afgekort. Zo kan een 2-vlaksvulling bijvoorbeeld als MO worden beschreven: mesiaal/occlusaal.
zo, 10/30/2005 - 15:24 Permalink
Lieneke

Ontstekingen en infecties

Een ontsteking is een reaktie van een weefsels op deeltjes die niet in het lichaam thuishoren of op schadelijke stoffen en kan zwelling, roodheid, warmte en pijn veroorzaken. Veel ontstekingen worden veroorzaakt door infecties, zie ook hieronder.
De medische naam voor een ontsteking bestaat uit de medische naam van de ontstoken struktuur met "itis" erachter. Hieronder staan een aantal voorbeelden en wat andere begrippen die met ontstekingen te maken hebben.

abces, bij een ontsteking ontstaat zwelling door vocht en soms ook door pus, zie hieronder. Als pus niet weg kan ontstaat een ruimte gevuld met pus, het abces genaamd. Dit abces kan zich verspreiden in het hoofd-, halsgebied en dan een bedreiging voor de gezondheid vormen. Consulteer daarom altijd uw tandarts. De behandeling bestaat meestal uit het maken van een opening naar het abces zodat de pus kan afvloeien. Dit wordt draineren genoemd. Soms wordt dit ondersteund met een antibioticum.
alveolitis, ontsteking van de tandkas ofwel alveole optredend na het trekken van een tand of kies. Als dit gebeurt neemt de napijn na een paar dagen toe in plaats van af en ontstaat een vieze smaak en geur. Na het trekken van kiezen in de onderkaak lijkt de kans hierop het grootst. De holte is dan niet meer gevuld met bloedstolsel en voedsel kan er makkelijk in achterblijven wat de genezing ook vertraagt. Genezing verloopt vaak spontaan maar kan enkele weken in beslag nemen. Consulteer uw tandarts of kaakchirurg voor mogelijke extra pijnstilling of hulpmiddelen om de wond schoon te houden, zoals een spuitje, een zogenaamde monoject. Het makkelijkst is een monoject met een kromme punt.
antibioticum, een geneesmiddel dat micro-organismen, zie hieronder, bestrijdt en daardoor werkt tegen infecties. Voorbeelden zijn bactericiden en fungiciden die resp. bacteriën en schimmels doden, of bacteriestatica en fungistatica die groeiremmend werken.
botresorptie, een vorm van verlies van bot die veel voorkomt na trekken of bij wortelpuntontsteking of parodontitis, zie elders in dit bericht.
chloorhexidine, een stof die aan spoelmiddelen wordt toegevoegd om micro-organismen in de mond te bestrijden. Bekende merknamen van chloorhexidine spoelmiddelen zijn corsodyl en perio-aid.
corsodyl, zie chloorhexidine
draineren, zie abces
etter, zie pus
fistel of fistula, in de tandheelkunde gebruikt men deze term voor een niet natuurlijke verbinding of uitgang waarlangs pus naar buiten wordt gewerkt.
gingivitis, als tandvlees of gingiva langs de randen van de tanden en kiezen ontstoken is wordt dit gingivitis genoemd. Door alle plak minimaal éénmaal per dag te verwijderen kan gingivitis genezen.
granuloom, samenklontering van allerlei afweercellen door de chronische aanwezigheid van toxische stoffen en/of bacterie. In de tandheelkunde zijn dezen het meest te vinden rondom de wortelpunt bij een geïnfecteerd wortelkanaal.
infectie, de besmetting van een lichaam met ziektekiemen, gevolgd door de vermeerdering van deze ziektekiemen enerzijds en afweerreactie van het lichaam anderzijds.
kweek, een methode om bacteriën of schimmels zich op een voedingsbodem te laten vermeerderen, zodat identificatie mogelijk wordt. In de tandheelkunde meestal gebruikt bij tandvleesontstekingen zoals parodontitis, zie hieronder.
micro-organismen, kleine levende organismen zoals bacteriën en schimmels
parodontitis, ontsteking van het parodontium. Door deze voortschrijdende tandvleesontsteking zullen de vezels en kaakbot waar de tand of kies mee in de kaak vastzit, afgebroken worden.
periapicale ontsteking, ontstaat doordat bacteriën in het wortelkanaal treden via de wortelpunt ofwel apex binnen, wat een ontstekingsreactie veroorzaakt. Mogelijke behandelingen zijn een, eventueel hernieuwde, wortelkanaalbehandeling, een apexresectie of extractie.
pericoronitis, een ontsteking van het tandvlees rondom een doorbrekende tand of kies. Pericoronitis komt het meest voor bij verstandskiezen.
perio-aid, zie chloorhexidine hierboven
pulpitis, ontsteking van de pulpa, het levende binnenste deel van een tand of kies, waar zich ook de zenuw bevindt. Hierdoor reageert de tand of kies sneller pijnlijk op prikkels, bijvoorbeeld bij koude, warmte en zoet of scherpe pijn bij dichtbijten of tikken tegen een tand of kies. Mocht de ontstekingsreactie verergeren dan zou er ook een continue zeurderige en/of kloppende pijn kunnen ontstaan.
pus of etter, vloeistof samengesteld uit ontstekingsvloeistoffen, afweercellen, vervallen weefsel en bacteriën. Pus kan ontstaan bij een ontsteking.
resorptie, het oplossen of opgenomen worden van een structuur of een stof, slaat in de tandheelkunde meestal op botresorptie of op wortelresorptie.
sinusitis, in de tandheelkunde meestal gebruikt voor ontsteking van de kaakbijholte of sinus maxillaris.
waterstofperoxide, ofwel H2O2, een stof die aan spoelmiddelen wordt toegevoegd om micro-organismen in de mond te bestrijden. H202 kan worden gebruikt bij bijvoorbeeld pericoronitis of alveolitis. Meestal wordt in de tandheelkunde een percentage van 1,5% aangeraden.
wortelpuntontsteking, zie periapicale ontsteking
wortelresorptie, het oplossen van de tandwortel. Meestal betreft het de wortelpunt, onder andere mogelijk door een wortelpunt ontsteking, orthodontische krachten, beschadiging van het ligament of een pathologische afwijking.
zo, 10/30/2005 - 15:25 Permalink
Lieneke

Vullingen

amalgaam, een vulmiddel dat bestaat uit een mengsel van verschillende metalen, voornamelijk zilver, tin en kwik, bekend als "grijze vullingen" Voordelen: sterk, duurzaam, makkelijk te plaatsen/ goedkoop Nadelen: niet tandkleurig, plakt niet aan tandweefsel, zeer gering vrijkomen van kwik, verkleurt tanden kiezen na verloop van tijd.
cariës, slaat in de tandheelkunde meestal op tandcariës, zie hieronder
caviteit, een gaatje, zie tandcariës hieronder
compomeer, een handelsnaam van een vullingsmateriaal dat gebruikt wordt voor witte vullingen en andere restauraties van tanden en kiezen, bestaande uit een mengsel van composiet en glasionomeer, zie hieronder
composiet, een vullingsmateriaal dat gebruikt wordt voor witte vullingen en andere restauraties van tanden en kiezen, bestaande uit een kunststof met glasvezels
excaveren, het verwijderen van cariës in een tand of kies door bijvoorbeeld boren, laseren of schrapen
etsen, het door kleine groefjes voorbereiden van tandweefsel zodat vullingen van composiet goed kunnen worden vastgeplakt. Ook bij sommige soorten kronen en bruggen wordt hierom geëtst
fluoride, een chemische stof die tanden beschemt tegen cariës, zie hieronder. Fluoride maakt tanden en kiezen harder en beter bestand tegen zuur. Meer info staat hier
fluorose, witte vlekjes op tanden of kiezen ten gevolge van een te hoge dosering fluoride
glasionomeer, een vulmiddel dat gebruikt wordt voor witte vullingen en andere restauraties van tanden en kiezen
inlay,
tandcariës, het ontstaan van "gaatjes". Dit is het proces van verval van tandweefsel onder invloed van micro-organismen. Tandcariës in het glazuur, dentine of tandcement gaat gepaard met ontkalking ofwel decalcificatie van deze weefsels en wordt bevorderd door de inwerking van zuur. De micro-organismen die cariës veroorzaken vermeerderen zich snel op suikers zoals glucose.
zo, 10/30/2005 - 15:28 Permalink
Lieneke

Bruxisme, articulatie en occlusie

articulatie, o.a. de manier waarop tanden en kiezen in de boven en onderkaak elkaar raken als ze bewegen. Het begrip articulatie is verwant met occlusie. Bij articulatie is de rol van spieren en het kaakgewricht complexer dan bij occlusie. Een tweede betekenis is de beweging in een gewricht.
bruxisme, kan worden gedefinieerd dat de tanden en kiezen in bovenkaak en onderkaak elkaar te krachtig, te vaak of te lang raken. Met "te" wordt dan bedoeld dat dat contact schade en/of pijn veroorzaakt. Door experts worden vooral bepaalde vormen van schade, attritie en abfractie, als gevolg van diverse vormen van bruxisme gezien. Pijnklachten worden weliswaar vaak als gevolg genoemd, maar hierover is weinig duidelijk.
Twee vormen van bruxisme worden vaak onderscheiden, namelijk klemmen en knarsen. Bij klemmen worden gebitselementen op elkaar geklemd waarbij ze verder niet meer bewegen, bij knarsen wordt er ook bewogen. Knarsen gebeurt typisch tijdens de slaap en maakt soms geluid.
Onder bruxisme vallen termen als tandenknarsen, knarsetanden, knarsen, klemmen, kiezenklemmen en kaakklemmen.
craniomandibulaire dysfunctie of CMD, een verstoring in de werking van vooral het kaakgewricht en/of de kauwspieren waarbij bijvoorbeeld problemen met kauwen of pijn ontstaan. Overbelasting en pijn tengevolge van een CMD kan het parodontium, het kaakgewricht, de spieren, en tanden en kiezen zelf betreffen. De pijn kan, mede i.v.m. uitstraling, in vrijwel het hele hoofd maar ook de nek aanwezig zijn. Pijn aan het kaakgewicht kan vaak aanvoelen als oorpijn. Alle vormen van bruxisme zijn CMD's.
klemmen, kiezenklemmen of kaakklemmen, een vorm van bruxisme, zie hierboven. Bij klemmen wordt, in vergelijking met knarsen, relatief weinig bewogen met de kaken.
knarsen, knarsetanden of tandenknarsen, een vorm van bruxisme, zie hierboven. Bij knarsen wordt, in vergelijking met klemmen, relatief veel bewogen met de kaken.
malocclusie een verstoring van de occlusie, dus een verstoring van de manier waarop stilstaande tanden en kiezen elkaar raken. Oorzaken kunnen zijn een over- of onderbeet, te hoge restauraties zoals vullingen of kronen of bruggen, onregelmatigheden door ontbrekende elementen, of wortelpuntontsteking.
occlusie, de manier waarop tanden en kiezen in de boven en onderkaak elkaar raken als ze niet bewegen. Bij slechte occlusie kunnen er punten ontstaan die veel meer kracht te voorduren krijgen dan andere plekken, zodat ze overbelast raken. Deze overbelasting is deels vergelijkbaar met overbelasting door bruxisme maar de oorzaak is een andere. Het kan wel tegelijk plaatsvinden.
parafunctie, het gebruik van b.v. spieren zonder dat dit nut geeft. Een voorbeeld is bruxisme, zie hierboven.
masticatie, onder construktie
masseter, een van de bij de masticatie en bruxisme betrokken spieren
spanningshoofdpijn, onder construktie
temporalis, een van de bij de masticatie en bruxisme betrokken spieren
zo, 10/30/2005 - 15:30 Permalink
Lieneke

Tandheelkundige specialismen

In Nederland zijn twee tandheelkundige specialismen officieel erkend, de kaakchirurgie en de orthodontie. Buiten deze erkende specialismen kunnen tandheelkundigen zich bekwamen in deelgebieden van de tandheelkunde of in medische vakgebieden die traditioneel niet als tandheelkundige disciplines worden gezien. Hierdoor zijn er ook "inofficiële" specialisaties.

angsttandarts, heeft eigenlijk geen officiële of duidelijke betekenis. Sommige tandartsen hebben extra cursussen gevolgd in het omgaan met angstige patienten. Sommige tandartsen kunnen in samenwerking met een anesthesist bij angstige patienten narcose toepassen. Beide worden wel angsttandartsen genoemd. Vooral maar niet uitsluitend in academische ziekenhuizen zijn CBT's gevestigd. In deze centra kunnen verschillende moeilijke benadelingen worden uitgevoerd waaronder die van angstige patiënten.
CBT onder constructie: apart bericht
endodontologie, het vakgebied dat zich bezig houdt met het levende binnenste deel van een tand of kies, pulpa genaamd. De tandarts-endodontoloog is een specialist op het gebied van wortelkanaalbehandelingen, zie nvve voor de beroepsvereniging.
(orale) implantologie, het vakgebied dat zich bezig houdt met de implantatie van kunstwortels ter vervanging van gebitselementen of dienend als verankering voor uitneembare protheses. De tandarts-implantoloog is specialist in het plaatsen van implantaten, zie nvoi voor de beroepsvereniging.
gnatologie, het vakgebied dat zich bezig houdt met de functies en dysfuncties van het kaak- en kauwstelsel, van oudsher gericht op uitgebreid kroon en brugwerk, tegenwoordig is er veel samenwerking met fysiotherapeuten en psychologen. De tandarts-gnatholoog is een specialist op het gebied van de functie van het kaak- en kauwstelsel.
kindertandheelkunde, zie pedontologie
parodontologie, het vakgebied dat zich bezig houdt met de steunweefsels van een tand of kies, met specifieke interesse voor de afbraak daarvan. De tandarts-parodontoloog is een specialist op het gebied van tandvleesziektes, zie nvvp voor de beroepsvereniging.
pedodontologie, het vakgebied dat zich bezig houdt met de tandheelkundige behandeling van kinderen, ook wel kindertandheelkunde genoemd. De tandarts-pedontoloog is een specialist in het behandelen van kinderen, zie nvvk voor de beroepsvereniging.
orthodontie, het vakgebied dat zich bezig houdt met het onderzoeken en behandelen van de stand van kaken, tanden en kiezen. De orthodontist is een door de overheid erkende specialist in het reguleren van tanden en kiezen, welke na de studie tandheelkunde een 4-jarige extra opleiding heeft gevolgd, zie de website van de beroepsorganistatie.
zo, 10/30/2005 - 15:30 Permalink
Lieneke

Kronen en bruggen
Het Ivoren Kruis kruis heeft een informatiefolder over kronen en bruggen.

afdruk,
beetregistratie,
cementeren,
happen,
kroon, betekent in de tandheelkunde eigenlijk het normaal gesproken boven het tandvlees uitstekende en met glazuur bedekte deel van de een tand of kies. Het woord kroon wordt echter vaker gebruikt voor een kunstmatige vervanging hiervan, van b.v. metaal of porcelein. In de hieronderstaande uitleg noemen we het eerste een natuurlijke en het tweede een kunstmatige kroon.
noodvoorziening
opbouw, als een element ernstig is aangetast kan het soms worden versterkt door in de pulpakamer en/of pulpakanaal eenvulling te plaatsen, meestal van goud. Op deze opbouw kan dan de restauratie zoals een kroon of een brug worden geplaatst.
brug, meestal een vervanging van twee of meer natuurlijke kronen op tenminste één maar meestal twee of soms nog meer natuurlijke wortels, de pijlers. Er zijn veel soorten bruggen:
- conventionele brug, waarbij als pijlers kunstmatige kronen op natuurlijke wortels dienen
- etsbrug, waarbij één of meer kunstmatige kronen op de aangrenzende tanden of kiezen worden "vastgeplakt"
- autologe etsbrug, waarbij één natuurlijke kroon op de aangrenzende tanden of kiezen wordt vastgeplakt
- vrij eindigende brug, waarbij een kroon slechts aan één van de twee aangrenzende tanden of kiezen vastzit
pijler, deel van een brug
zo, 10/30/2005 - 15:32 Permalink
Lieneke

Trauma,

tandletsel, gebitsschade ontstaan doordat het gebit een klap heeft gehad door een b.v. een val of een verkeersongeluk
trauma, wordt in de tandheelkunde meestal gebruikt om gebitsschade te omschrijven, ontstaan doordat het gebit een klap heeft gehad door een b.v. een val of een verkeersongeluk. Dit heet ook wel tandletsel. Klik hier voor de folder van het Ivoren Kruis over dit soort trauma.
Er zijn meer betekenissen van trauma zoals:
- de geestelijke schade door een verkeersongeluk
- de lichamelijke of geestelijke schade die kan ontstaan juist tijdens een medische behandeling
zo, 10/30/2005 - 15:42 Permalink
Lieneke

Andere begrippen, onder construktie

scalen, het verwijderen van tandsteen en andere afzettingen op tanden en kiezen. Dit kan gedaan worden met handinstrumenten of met ultrasonische tandsteenverwijderaars.
sealen, het aanbrengen van een beschermend kunststof laagje in op een tand of kies, meestal de groeven (fissuren) van de kauwvlakken.
halitose of foetor ex ore, aandoening waarbij de adem stinkt.
antrumperforatie, opening tussen de kaakbijholte (sinus maxillaris) en de mondholte, veelal ontstaan door het trekken van een kies. Indien dit opgetreden is, wordt geadviseerd om infectie van de kaakbijholte te voorkomen, deze dezelfde dag nog te laten sluiten.
extractie, trekken van een tand of kies.
rootplanen, het gladmaken van de worteloppervlaktes na het verwijderen van bijv. tandsteen.
xerostomie, onvoldoende speekselvorming. Dit betekent dat het risico op cariës en andere mondziekten zoals parodontitis verhoogd is.
zo, 10/30/2005 - 15:57 Permalink
Lieneke

Wortelkanaalbehandeling en apexresectie

apexresectie, wortelpuntbehandeling of wortelpuntoperatie, operatieve behandeling waarbij de ontsteking rondom en een deel van de wortelpunt zelf wordt weggenomen, over het algemeen zal men het wortelkanaal met een vulling pogen af te sluiten. Een apexresectie wordt meestal uitgevoerd als een eerder uitgevoerde wortelkanaalbehandeling, zie hieronder, niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd.
guttapercha, rubber, meestal in de vorm van stiftjes (points), waarmee (samen met cement) tijdens een wortelkanaalbehandeling het wortelkanaal wordt opgevuld.
hoofdvijl, de breedste vijl waarmee tot vlakbij de wortelpunt is gevijld en welke bepalend is voor de breedte van de eerste guttapercha stift waarmee het kanaal wordt afgesloten.
rubberdam of cofferdam, rubberlapje waar alleen de omgeving van de behandelde tand of kies door heen steekt en de rest van de mondholte daarachter geisoleerd is. Over het algemeen zal een klem op het gebitselement of een gebitselement in de nabijheid gezet worden, waardoor de rubberdam gefixeerd wordt.
wortelkanaalbehandeling, endo(dontische behandeling) of kanaalbehandeling, het verwijderen van de pulpa van een tand of kies, het vervolgens (ver)ruimen van het wortelkanaal en vullen daarvan. Klik hier voor meer info of hier voor de Ivoren Kruis folder.
wortelpuntbehandeling en wortelpuntoperatie, zie apexresectie hierboven.
zo, 10/30/2005 - 15:58 Permalink
Lieneke

Implantaten, onder construktie

implantaat, een implantaat is een metalen schroef die in het kaakbot wordt geplaatst waarop een kroon, brug of prothese geplaatst kan worden. Voor meer info klik hier of hier.

Onder construktie
abuttment
één fase implantaat
twee fasen implantaat
zo, 10/30/2005 - 16:05 Permalink