partiele kroon??

K heb nog een vraag:



de overlevingskans van een adhesiefbrug is in de bovenkaak iets groter dan in de bovenkaak. De meeste onderzoekers verklaren dit verschil doordat de gebitselementen in de onderkaak:
a. een kortere klinische kroon hebben dan de elementen in de bovenkaak.
b. een kleiner functioneel worteloppervlak hebben dan de elementen in de bovenkaak

de conclusies uit de link zijn achterhaald. Er hoort overigens in de vraag te staan Bovenkaak/onderkaak en een keuze front of zijdelingse delen.
Maar de reden van loskomen leek aanvankelijk in de premolaar streek van de onderkaak gebaseerd op minder glazuur, eventueel minder retentie groeven (liefst zouden ze een openringanker met twee steunfossae maken). Maar uiteindelijk leek het breek punt een rotatie van de elementen door een soort intern buigen van het kaakbot van de onderkaak. Er werd gedacht dat het openbuigen van de U-vorm uiteindelijk meer invloed had dan het glazuur/hechtingsopppervlak.
Daarnaast was het ook zo dat de dragende en daarmee zwaarst belast wordende knobbels aan de buitenzijde, dus ver van de retentie vleugels afzitten. In de bovenkaak is deze afstand kleiner. Daardoor is het draaimoment ook kleiner en de lijm wordt minder belast. met name de treksterkte van de gebruikte lijmsoorten laat te wensen over.

kortom...........ik kan op basis van de huidige stand van zaken niet kiezen uit de twee antwoorden en dan zal je de kennis uit de verwijs literatuur moeten halen. Is je leerboek waarschijnlijk de leidraad voor de vragensteller.

nb, over die uitelkaar schuifbeweging van de onderkaak, door het verplaatsen van de condyluskopjes bij openen na het rotatiepunt is niet zoveel beschikbaar bij me.......... beetje ver van mijn bed show, al maakt het wel dat ik in de PM streek in de onderkaak geen etsbruggen indiceer tenzij ik echt niet ander kan. (eigenlijk nooit dus).