Rumineren is het terughalen van voedsel uit de maag. Het gebit kan worden aangetast door het voortdurend contact met het maagzuur. De tandarts heeft een signalerende rol hierin.
Wat is rumineren?
Het ruminatie-syndroom komt voor bij zowel kinderen als volwassenen en wordt gekenmerkt door het spontaan omhoog komen (rumineren) van doorgeslikt voedsel of maaginhoud, waarbij meestal geen sprake is van misselijkheid of overgeven. Rumineren gebeurt meestal kort na het eten maar kan ook uren later nog terugkomen. Het rumineren is meestal niet te onderdrukken en kan soms gepaard gaan met boeren of hikken.
Meestal gebeurt het rumineren spontaan. Soms gaat dit bewust en heel gecontroleerd en wordt het voedsel opnieuw gekauwd en doorgeslikt. Soms wordt het uitgespuugd.
Het wordt een stoornis genoemd wanneer het vaker en langere tijd voorkomt. De stoornis is zeer zeldzaam en exacte cijfers zijn niet bekend. Zowel kinderen als volwassenen kunnen de stoornis ontwikkelen. Het komt vaker voor bij mensen met een verstandelijke beperking of autisme. De tandarts kan een signalerende functie hebben bij een gebitscontrole en een vermoeden bespreekbaar maken met de risico’s voor het gebit.
Gevolgen voor het gebit
Tanderosie en cariës (gaatjes) krijgt meer kans bij het regelmatig opgeven van maagzuur, bijvoorbeeld als gevolg van regelmatig rumineren en overgeven, medicijnen of een ziekte. Tandglazuur lost op door zuurinwerking. Zelfs het blootliggende tandbeen kan oplossen wanneer niet tijdig wordt ingegrepen. Het is een langzaam sluipend proces.
Achtergrondinformatie over rumineren
Soms begint het rumineren al in de babytijd (vanaf vier maanden). Baby’s met een ruminatiestoornis strekken zich, krommen hun rug, en houden het hoofd achterover terwijl ze zuigbewegingen met hun tong maken. Een gebrek aan stimulatie, verwaarlozing, stressvolle levensomstandigheden of problemen in de ouder-kindrelatie kunnen mogelijke oorzaken zijn. Bij baby’s en mensen met een verstandelijke beperking lijkt het terughalen van eten een zelftroostende of zelfstimulerende functie te hebben.
Als het voedsel herhaaldelijk uitgespuugd wordt, kan dit leiden tot ondervoeding. Dit kan bij baby’s fataal zijn. Bij kinderen kunnen groeistoornissen optreden, en kan het negatieve effecten hebben op de ontwikkeling en het leervermogen.
Uit schaamte en angst voor het oordeel van anderen kunnen mensen met een ruminatiestoornis een sociale fobie ontwikkelen. Zij gaan dan sociale contacten uit de weg en kunnen in een sociaal isolement terechtkomen.
Alles over Tanderosie
Bronnen: Springer Link, Huurdeman tandartsennet en logopediepraktijk van der Kooij.