Ingediend door admin-systeembeheer op

U heeft weer tanden. Implantaten zien wij in de mondzorg als echte tanden. Uiteraard krijgt u geen gaatjes in deze nieuwe tanden maar toch kunt u opnieuw problemen krijgen. Het weefsel rondom uw implantaten kunnen namelijk ontstoken raken. U loopt hier extra risico op als u reeds parodontitis heeft in uw restgebit of parodontitis had in uw getrokken gebit. De eerste versie is een contra-indicatie om überhaupt implantaten te plaatsen. Sommige bacteriën overleven in het weefsel als de tanden getrokken zijn dus en zo kan de parodontitis die u reeds had zich voortzetten rondom het weefsel van de implantaten. Net als bij parodontitis kan uiteindelijk kaakbot verloren gaan rondom het implantaat en zo leiden tot verlies van het implantaat. Maar ook als u geen parodontitis had in uw natuurlijke gebit, loopt u risico op ontsteking rondom het implantaat. Om dit te voorkomen, is nazorg heel belangrijk.

Voorkomen problemen

Goede nazorg begint bij voorzorg. Namelijk de juiste indicatie van een implantaat, de juiste plaatsing en het juiste implantaat. Het grote nadeel van implantaten is dat ze niet gemaakt zijn om schoon te houden maar om zo goed mogelijk te vergroeien met het kaakbot. Daarom zijn de implantaten vaak extra opgeruwd, want deze ruwheid zorgt voor retentie. U kunt zich voorstellen de wendingen van het implantaat op een schroef lijken en dat tussen deze wendingen niet alleen bot kan ingroeien maar ook bacteriën. Sommige implantaten zijn ge-etst om het oppervlak nog extra ruw te maken, waardoor bacteriën zich nog eenvoudiger kunnen hechten. Bovendien heeft het implantaat samen met de kroon een moeilijk reinigbare vorm. De vorm wat u kunt vergelijken met een tulp of een champignon. De overgang van schroef naar de kroon is een hoek die lastig te bereiken is voor zowel de behandelaar als voor u, thuis. Dus de implantoloog en de technieker zullen van te voren samen moeten bekijken welk implantaat voor u het beste is en op welke manier deze bevestigd wordt om problemen te voorkomen.

Diepe ruimte

Zes weken na het plaatsen van de suprastructuur moet vastgesteld worden hoe diep de ruimte is tussen het implantaat en het tandvlees. Bij natuurlijke gebitselementen geldt dat deze ruimte niet dieper dan 3 mm mag zijn, maar bij implantaten is in sommige gevallen een diepere ruimte ook gezond. Bij de 0-meting wordt vastgesteld hoe diep de ruimte is in een gezonde situatie. Deze meting gebeurt bij elk implantaat en rondom het gehele implantaat met een pocketsonde waarna het in het dossier vastgelegd wordt. Ook een röntgenfoto hoort bij deze 0-meting. De 0-meting zal het referentiepunt zijn voor de rest van uw leven.

Schoonhouden

Om het implantaat zo schoon mogelijk te houden, zal u in de meeste gevallen de mondhygiënist bezoeken. Deze behandelaar zal u uitleggen hoe u het implantaat het beste kunt schoonhouden. Op de markt zijn daar een groeiend aantal producten voor zoals tandenborstels en floss speciaal voor implantaten. De mondhygiënist zal telkens kijken hoe het met de conditie is met de weefsels rondom de implantaten en deze vergelijken met de 0-meting. Er wordt bekeken of er plaque en tandsteen op het implantaat zit, of het bloedt bij het sonderen en hoe diep de ruimte tussen de weefsels en het implantaat is.

Ontsteking

Bloeding duidt bij deze meting op ontsteking. Als de waarde dieper is dan bij de 0-meting dan kan het zijn dat er sprake is van botverlies. Als dit botverlies niet al te ernstig is, dan kan de mondhygiënist dit behandelen. Doorgaans wordt er bij een toegenomen diepte van meer dan 2 mm door- of teruggestuurd naar de tandarts, de implantoloog, de parodontoloog of de kaakchirurg. Daar kan al dan niet de beslissing worden genomen om een operatie aan het tandvlees te doen. Soms helpt de mondhygiënist bij deze kleine operatie. 

Airpolisher

Uiteraard is het voorgaande bij u hopelijk niet nodig en kan de mondhygiënist u voldoende helpen met enkel een gebitsreiniging. Uit recent onderzoek blijkt daarbij vooral de airpolisher waarbij onder hoge druk het implantaat met een poeder wordt gereinigd effectief te zijn. Op implantaten mogen geen normale instrumenten gebruikt worden omdat deze krassen kunnen veroorzaken. In de krassen zouden de bacteriën zich nog meer kunnen gaan hechten. Het allerbelangrijkste is dat u thuis de implantaten zo schoon mogelijk houdt. Het is daarom van harte aan te bevelen om niet enkel de mondhygiënist te bezoeken maar ook om de gegeven adviezen zo zorgvuldig mogelijk op te volgen.

 

Artikel auteur

Lieneke Steverink-Jorna

Lieneke Steverink-Jorna

Mondhygiënist