Een archeologische vondst toont aan dat 400 jaar geleden al oplossingen werden gebruikt om een gebit te behouden. Het gaat om de Franse edelvrouw Anne d’Alègre, zij leefde van 1565 tot 1619. Archeologen onderzochten haar schedel en ontdekte een opmerkelijke oplossing om loszittende tanden vast te zetten met gouddraad. Anne had zelfs een kunsttand.
In 1988 werd het skelet van deze edelvrouw ontdekt tijdens opgravingen in Noordwest-Frankrijk. Het lichaam van Anne was gebalsemd en lag in een loden kist. Hierdoor is het skelet goed bewaard gebleven. Toen al zagen de archeologen dat er iets vreemds was met haar gebit maar er werd pas kortgeleden meer onderzoek naar gedaan door de Franse archeoloog Rozenn Colleter. Er werden röntgenscans van de schedel gemaakt en een digitaal 3D model van haar gebit. Men zag dat Anne parodontitis had, dat is ernstige tandvleesontsteking met verlies van tanden en kaakbot tot gevolg. Haar tanden bleken bijeengehouden met gouddraad wat om de tandhalzen was gewikkeld, vlak bij het tandvlees. Deze gouden ‘spalkjes’ hielden de tanden op zijn plaats. Op de plek van een uitgevallen tand was een kunsttand gemaakt uit de slagtand van een olifant. Ook deze kunsttand werd met een gouden ‘spalkje’ op zijn plek gehouden.
Vooruitstrevend en pijnlijk!
Voor die tijd zeer vooruitstrevend en zeker ook zeer pijnlijk. Het hebben van parodontitis is al geen pretje en met draadjes om blootliggende tandhalzen of zelfs door een tand heen moet het wel heel pijnlijk voor deze edelvrouw zijn geweest. Ook eten met zo’n bijeengehouden gebit zal bijna onmogelijk zijn geweest. Huidige inzichten laten zien dat deze methode met gouden spalkjes het gebit nog verder verzwakte. Of de reden cosmetisch was of toch een poging om het gebit te behouden, het maakt niet uit. Het blijft heel bijzonder hoe in die tijd hoe is geprobeerd een oplossing te vinden voor de gevolgen van parodontitis.
Bron: Journal of Archaeological Science
Met dank aan het vakblad TandartsPraktijk.