Tandartsen en mondhygiënisten in EU-landen mogen vanaf 1 juli 2018 geen amalgaam meer gebruiken in vullingen bij kinderen, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven. Tegen 2030 zou het gebruik van amalgaam helemaal taboe moeten zijn. In landen als Nederland zijn tandartsen en mondhygiënisten al zeer spaarzaam met amalgaam. Tandartsen en mondhygiënisten leren tijdens hun opleiding niet (meer) om amalgaam te gebruiken. Vooral omdat dit de preparatie onnodig groot maakt. Met andere woorden: Er moet meer tandweefsel weg geslepen worden voor een grijze vulling dan voor een witte vulling. Momenteel is daarom composiet het meest gebruikte vulmateriaal. Echter, dat bevat het meeste composiet BPA.
BPA concentratie erg laag
BPA zou de hormoonhuishouding kunnen verstoren. De monomeer die tegenwoordig verboden is in de meeste zuigflessen, babyvoedingspotjes en plastic drinkflessen. Volgens de Amerikaanse Food en Drug Administration zijn de hoeveelheden BPA die we dagelijks binnenkrijgen via voeding veilig. Maar volgens ‘internet’ zouden BPA-vullingen bij jonge mensen leiden tot gedragsproblemen. BPA zou zelfs vrijkomen na het gebruik van bepaalde laklaagjes (sealings). Maar geeft deze hoeveelheid BPA, als deze al echt vrij zou komen, echt schade voor de gezondheid? De wetenschap zegt: Waarschijnlijk niet. Als er al een verhoogde concentratie in het bloed of speeksel gemeten kon worden, wat meestal niet het geval was, was na 24 uur de concentratie weer normaal. De hoeveelheid die vrijkomt bij 16 sealings en 10 grote composietvullingen is gemeten bij een gemiddeld persoon als 1/4e van dat wat als getolereerde dagelijkse inname is gesteld.
Glasionomeer
De behandelaar kan eventueel vrijkomend BPA voorkomen of minimaliseren door juiste materiaalkeuze en door de restauratie of sealing te polijsten. Het alternatieve vulmateriaal zouden bioactieve cementen zoals glasionomeer kunnen zijn. Glasionomeer kent voordelen omdat alsmede omdat fluoride bevat. Helaas zullen zodoende de tegenstanders van amalgaam en composiet zo ook tegenstanders zijn van glasionomeer. Glasionomeer is niet zo fraai en wordt zodoende niet in zichtbare delen gebruikt. Door de lange uithardingstijd is het breukgevoelig. Er wordt nu geprobeerd om de eigenschappen glasionomeer te verbeteren door er stoffen aan toe te voegen. Het zal lang duren voordat er groen licht wordt gegeven aan het verbeterde materiaal.
Niet vullen
Een ander alternatief zou simpelweg niet vullen kunnen zijn. Als er geen gaatjes zijn, hoeven ze ook niet gevuld te worden. Primaire preventie blijft dus nog altijd het beste alternatief tegen ‘ongezonde vullingen’. Binnen de mondzorg kennen we ook tertiaire preventie waarbij een reeds bestaand gaatje niet gevuld wordt. Deze Niet-Restauratieve Caviteitsbehandeling (NRC) bestaat uit weinig belastende handelingen met als doel een actief gaatje te remmen of te stoppen. De behandeling richt zich niet op symptoombestrijding maar op de oorzaak. Een ‘open’ gaatje staat niet fraai dus om deze reden kan er toch gegrepen worden naar een vulling. Ook bij pijn of een dreigende, niet terug draaiende ontsteking zal er niet voor NRC gekozen worden. Bij de NRC benadering is wederom fluoride nodig, dit maal in de vorm van tandpasta of een vernis. Eigenlijk is ‘communicatie’ de behandeling bij de NRC methode. Want er wordt veelvuldig voorlichting en instructie gegeven, bijvoorbeeld voedingsadvies. Daarnaast kan een gaatje beter bereikbaar worden gemaakt voor de tandenborstel. Doorgaans wordt deze methode door mondhygiënisten bij kinderen gedaan.
Auteur: Lieneke Steverink