(Top)sporters vaak problemen met het gebit.
Sport en bewegen hebben positieve effecten op de lichamelijke en geestelijke gezondheid. De laatste jaren komt er echter ook meer aandacht voor de negatieve effecten van (top)sport op de mondgezondheid. Om deze negatieve effecten tegen te gaan is kennis nodig van de processen in het lichaam en weten wat je eraan kan doen.
Wat is er bekend
Wat is er bekend over de relatie tussen (top)sport en mondgezondheid?
Sport en bewegen zijn gezond en geven een goed gevoel. We kunnen er de drukte van alle- dag mee afschudden, het houdt ons soepel, het verkleint de kans op kwalen en overgewicht en het verhoogt de weerstand. Bij recreatief sporten is nauwelijks sportvoeding nodig, treden er geen grote veranderingen op in de processen in het lichaam en in de mond en krijgt het mondmilieu tussen en na de inspanningen voldoende tijd om zich te herstellen. Maar wat gebeurt er met de mondgezondheid van iemand veel en vaak intensief traint en sport, of op een heel hoog niveau moet presteren? Over de processen die dan spelen wordt steeds meer geschreven en de relatie tussen mondgezondheid en topsport wordt steeds duidelijker.
Een aantal recente studies laat zien dat de mondgezondheid van atleten te wensen overlaat. Het vaak en intensief sporten heeft op verschillende niveaus invloed op de mondgezondheid. Hierbij spelen factoren als geestelijke- en lichamelijke stress, voeding, hoe vaak en hoe intensief men sport, hoeveelheid en kwaliteit van het speeksel en natuurlijk de mondhygiëne een grote rol.
De verminderde mondgezondheid kan weer van invloed zijn op de prestatie van de topsporter. Sluimerende ontstekingen en acute pijnklachten kunnen leiden tot slechtere prestaties maar ook tot uitval bij belangrijke sportevenementen.
De algemene gezondheid en ook de mondgezondheid zijn voor een topsporter van groot belang. De mogelijkheid om tot het uiterste te gaan wordt er voor een groot deel door bepaald; we zouden dus mogen verwachten dat atleten ook alert zijn op hun mondgezondheid. Toch laat een aantal studies zien dat de mondgezondheid bij topsporters vaak niet op orde is en dus zou kunnen zorgen voor prestatieverlies of pijnklachten tijdens belangrijke sportevenementen.
Een tijdje geleden is er ook een artikel verschenen van Nederlandse bodem. De mondgezondheid van een deel van de olympische ploeg is vlak voor het toernooi in Rio de Janeiro beoordeeld. De onderzoekers schrokken nogal van het hoge percentage (43%) sporters dat toch nog tandheelkundige behandelingen nodig bleek te hebben; ze hadden op dit vlak geen problemen verwacht. Net als in een Londens onderzoek werd ook hier geconstateerd dat een toename van de trainingstijd een hoger risico op cariës (gaatjes) geeft.
Het is onduidelijk waarom sporters niet zelf aan de bel trekken bij een matige tot slechte mondgezondheid. Zeker als we kijken naar het hoge percentage atleten dat zelf aangeeft last te hebben van de problemen in hun mond.
Wat kan je doen?
De medische sportkeuring inclusief controle mondgezondheid zou de standaard moeten worden. Als je intensief sport, kan je voor je welzijn én sportprestaties vragen om een controle via je sportarts of bezoek een sporttandarts of je eigen tandarts. Een dagelijks goede mondhygiëne is je eigen verantwoordelijkheid, vraag eventueel advies bij een mondhygiënist.
Harold Abrahams (1899-1978), een Britse olympisch atleet uit de jaren twintig van de vorige eeuw (sprint en verspringen), besprak in een van zijn boeken als een van de eersten de relatie tussen prestatie en mondgezondheid.
Michiel Lieshout, restauratief tandarts, Tandartsenpraktijk Lansingerland