Scheve tanden, oorpijn, veelvuldige verkoudheden, snurken en kwijlen. Op het eerste gezicht niet meteen zaken die iets met elkaar te maken hebben misschien … of wel? Jazeker, want de oorzaak zou wel eens mond-ademen kunnen zijn. Je kunt als ouder zelf invloed hebben op deze problemen door de manier van ademhalen aan te pakken.
Elk kind wordt geboren als neusademer
Elk kind wordt geboren als neusademer, maar kan plotseling een mondademer worden. Mondademen is een gewoonte waarbij de lippen geopend zijn en er door de mond geademd wordt. Meestal ontstaat het na een periode van neusverstopping of door een allergie. Omdat de neus tijdelijk niet goed doorgankelijk is, gaat iemand door de mond ademen. Maar wanneer de neus weer vrij is, kan de gewoonte om door de mond te ademen blijven bestaan. Gezonde mensen ademen dus door de neus. Zo wordt de lucht gefilterd en verwarmd door het slijmvlies en de haartjes in de neus.
Ademen door de mond heeft vervelende gevolgen voor de gezondheid. Behalve dat er sneller luchtweginfecties optreden, is er een grotere kans op oorproblemen. Ook beïnvloedt de bijkomende lage tongligging de stand van de kaken en het gebit. Hierdoor hebben mondademers vaak een overjet (overbeet). Door een grotere kans op monddroogte neemt het risico op cariës (gaatjes) toe.
Hoe begint mondademen?
Baby’s worden dus in principe geboren met een goed werkende neus, waardoor het op de juiste manier kan ademen. Toch kan het mondademen al op jonge leeftijd opgemerkt worden. Er zijn grofweg drie oorzaken waardoor mondademen start:
- Problemen met neusademhaling. Dit kunnen chronische problemen zijn zoals sinusitis (ontsteking neusbijholten), allergieën, hooikoorts of een scheef neustussenschot. Maar ook een tijdelijke (neus)verkoudheid kan ervoor zorgen dat het mondademen na de verkoudheid blijft bestaan;
- Een te korte tongriem. Dit belemmert een juiste tonghouding waardoor de tong niet tegen het gehemelte aangezogen kan worden. De mond- en kaakspieren verslappen waardoor de mond makkelijker open blijft staan. De stap naar mondademen is dan heel makkelijk;
- Een speen of duimzuigen. Gedurende het zuigen is er vaak wel neusademhaling, maar ook een lage tongligging. Nadat de speen of duim uit de mond valt, blijft de mond vaak open staan en blijft de tong laag, wat weer resulteert in mondademen.
Zelf als ouder signaleren
Een medische reden kan dus aan het mondademen ten grondslag liggen. De huisarts of KNO-arts kan nagaan of dat zo is. Is dat uitgesloten, dan is er sprake van een gewoontehandeling. Het is fijn dit al vroeg te signaleren, zodat je je kind kan helpen om de goede ademgewoonte aan te leren. Kijk daarvoor eens naar het volgende:
- De lippen zijn snel uitgedroogd. Vaak worden deze met de tong bevochtigd;
- De lippen zijn rood en/of wat opgezwollen;
- De mond staat vaak open in rust, de mond/lippen lijken wat slap;
- De tanden staan vaak naar voren of er is sprake van een open beet;
- ’s Morgens wordt je kind wakker met een natte plek op zijn kussen;
- Het kind slaapt met de mond open;
- De mond voelt vaak droog aan.
Jong geleerd
Herken je een of meerdere punten uit bovengenoemd rijtje en gun je een kind de voordelen van het neusademen? Dan mag je aan het werk. Want mondademen afleren gaat niet vanzelf. Goed ademen begint al in de wieg. Heeft je baby de mond open tijdens het slapen en is het niet verkouden? Neem dan de lippen tussen duim en wijsvinger en sluit de lippen. Wacht tot de neus de ademhaling een aantal keer overneemt en laat daarna los. Deze oefening is ook heel geschikt voor oudere kinderen. Daarnaast is het overdag belangrijk om een kind erop te blijven wijzen dat het met de mond open zit. Vaak helpt het om een gebaar of codewoord af te spreken.
Die dekselse duim en die bliksemse speen
Baby’s kunnen tot ongeveer 9-12 maanden zuigbehoefte hebben. Hierna is het zuigen een gewoonte geworden. Probeer het zuigen op speen of vingers daarom zo snel mogelijk na de eerste verjaardag af te wennen. Want tijdens het zuigen is er wel neusademhaling, maar ook een lage tongligging. Nadat de speen of duim uit de mond valt, blijft de mond vaak open staan en blijft de tong laag, wat weer resulteert in mondademen en daar wil je nou juist vanaf. Wees als ouders bewust dat het een strijd kan worden. Maar wanneer je standvastig volhoudt, is je kind er in 10 dagen vanaf. Een logopedist kan jou en je kind hierin begeleiden.
De logopedist
Gelukkig is neusademing en correct mondgedrag in de meeste gevallen (ook op latere leeftijd) goed aan te leren. Vaak is het moeilijk om er thuis consequent mee aan de slag te gaan. Een OMFT-gecertificeerd logopedist kan je dan helpen. Deze begeleidt je stapsgewijs bij een juiste ademhaling en correct mondgedrag. Zo wordt jouw kind een neusademer voor het leven.