Misschien heb je weleens gehoord van een baby die moeite had met borstvoeding door een te strakke tongriem. Borstvoeding vraagt namelijk een complexere vaardigheid van de mondspieren dan het drinken uit de fles: de tong moet goed kunnen bewegen om de melkstroom op gang te brengen. Veel mensen denken bij een korte tongriem voornamelijk aan jonge kinderen, maar een strakke tongriem kan ook op latere leeftijd voor problemen zorgen, zoals spraak-, slik- en ademhalingsproblemen. En wat dacht je van zoenen?
Hoe vaak komt een strakke tongriem voor?
Ongeveer 5% van de mensen heeft een strakke tongriem, maar bij kinderen met afwijkende mondgewoonten, zoals open mondgedrag, komt dit percentage vaker voor. In mijn logopedische praktijk zie ik dat bij 25% tot 33% van deze kinderen de strakke tongriem de oorzaak is van problemen met mondmotoriek en ademhaling.
Niet altijd een probleem
Een korte tongriem hoeft niet per se voor problemen te zorgen. Sommige kinderen hebben op het oog een strakke tongriem, maar kunnen met gerichte oefeningen leren de tong goed te gebruiken. Ze leren bijvoorbeeld de tong in rust tegen het gehemelte te leggen en door de neus te ademen. Als logopedist kijk ik dus niet alleen naar de lengte van de tongriem, maar ook naar de functie van de tong tijdens ademhalen, kauwen, slikken en spreken. Als de tong goed functioneert, is een ingreep vaak niet nodig.
Foto's met toestemming van de ouders, jongen 9 jaar.
Wanneer ingrijpen nodig is
Als oefeningen niet voldoende helpen en de tongbewegingen in zijn functie worden belemmerd, verwijs ik door naar een gespecialiseerde tandarts. Deze kan met een kleine ingreep, vaak met een laser, de tongriem losmaken. Na de ingreep zijn oefeningen essentieel om de mobiliteit van de tong te herstellen en terugval te voorkomen.
Gevolgen op latere leeftijd
Een onbehandelde korte tongriem kan op latere leeftijd meer problemen veroorzaken dan je misschien denkt. Naast spraakstoornissen en slikproblemen kan het ook leiden tot een verkeerde tongpositie, wat invloed heeft op de ontwikkeling van het gezicht. Door een beperkte tongbeweging kan de bovenkaak zich niet goed ontwikkelen, wat kan resulteren in een versmalde kaak en een langere, smallere gezichtsvorm. Dit kan kaakproblemen en orthodontische problemen, zoals scheve tanden, veroorzaken. Bovendien kan er een verhoogd risico op gaatjes zijn, omdat de tong niet goed helpt bij het schoonhouden van de mond.
Daarnaast kan een strakke tongriem bijdragen aan een slechte lichaamshouding. Een verstoorde ademhaling, vaak veroorzaakt door een afwijkende tongpositie, kan leiden tot mondademhaling. Dit verandert de stand van het hoofd en de nek, wat op de lange termijn kan resulteren in houdingsproblemen.
Vroege signalering is cruciaal
Het is belangrijk dat ouders tijdig actie kunnen ondernemen. Vroege signalering door een tandarts, mondhygiënist of logopedist speelt een sleutelrol in het voorkomen van deze problemen en het bevorderen van de mondgezondheid.
Zelf testen
Wil je weten of jij of je kind mogelijk een te korte tongriem heeft? Probeer dan de volgende eenvoudige oefeningen en observaties:
- Kan de tong klakken, langzaam en luid?
- Kan de tong de achterste kiezen bereiken?
- Lukt het om met de tongpunt het gehemelte te raken en de mond te openen?
- Lukt het goed om door de neus te ademen?
- Hoe ziet de tong eruit als deze wordt uitgestoken? Zie je dat het uitsteken moeite kost of observeer je een hartvormige inkeping aan de punt van de tong?
Als één of meer van deze tests twijfels oproepen, kan dit wijzen op een te strakke tongriem. Dit kan betekenen dat de tong in rust niet goed tegen het gehemelte kan liggen en dat het slikken verstoord is. In dat geval is het verstandig om contact op te nemen met een logopedist die gespecialiseerd is in oromyofunctionele therapie (OMFT). Deze therapeuten zijn getraind in het herkennen, doorverwijzen en behandelen van een korte tongriem. Een lijst van OMFT-gespecialiseerde logopedisten kun je vinden op https://omft.info/therapeuten