Dr. Gert-Jan van der Putten, specialist ouderengeneeskunde beantwoord 12 vragen over mondgezondheid bij ouderen.
Wat is het verschil tussen een specialist ouderengeneeskunde en een geriater?
Gert-Jan; ‘Een specialist ouderengeneeskunde (S.O.) werkt voornamelijk in verpleeghuizen maar werkt steeds vaker in ziekenhuizen en samen met huisartsen in de eerstelijnszorg. De S.O. van nu is de vroegere verpleeghuisarts. Die naam paste niet meer omdat ook de ouderenzorg is veranderd. Door politieke keuzes moeten ouderen langer thuis blijven wonen. Daarnaast zijn de verzorgingshuizen verdwenen en neemt zowel het aantal als het aandeel ouderen in onze samenleving toe. Met het stijgen van de leeftijd neemt ook de kans op het krijgen van 1 of meerdere chronische ziekten toe. Dit heeft allemaal als gevolg dat ook de druk op de ziekenhuiszorg, de huisartsenzorg, thuiszorg en de mantelzorg aan het toenemen is. Dit terwijl het aantal mensen wat deze zorg zou moeten leveren, aan het afnemen is. Als een van de oplossingen van dit probleem zien we dat de laatste jaren dat de zorg voor kwetsbare zorgafhankelijke ouderen op verschillende plekken kan worden gegeven. Zo zijn er Eerste Lijns Verblijfplaatsen (ELV) gecreëerd en komen er steeds meer particuliere kleinschalige woonvormen waarbij de huisarts de hoofdbehandelaar is en de S.O. is de medebehandelaar met specifieke kennis.
Een klinisch geriater, kortwerg geriater genoemd, werkt voornamelijk in het ziekenhuis. Een geriater is een internist gespecialiseerd in de klinische zorg voor de oudere mens. In de meeste ziekenhuizen zijn er inmiddels speciale afdelingen geriatrie waar de geriater de hoofdbehandelaar is. Omdat in het ziekenhuis ook op andere afdelingen veel ouderen verblijven, wordt een geriater in het ziekenhuis door andere medische specialisten in consult gevraagd. Verder heeft een geriater in een ziekenhuis een eigen polikliniek zoals een geheugen- of valpolikiniek. Omdat de geriater in het ziekenhuis werkt kan hij / zij gebruik maken van alle faciliteiten die een ziekenhuis kan bieden, zoals scans, rontgendiagnosiek, laboratorium onderzoek e.t.c. Over deze faciliteiten beschikt een SO niet. Om kort te zeggen, de geriater is een specialist voor ouderen die voornamelijk in het ziekenhuis werkt en de SO is een specialist voor ouderen die voornamelijk buiten het ziekenhuis werkt. Een SO en klinisch geriater werken daarom veel samen. De overeenkomst tussen een geriater en een SO is dat zij beide in multidisciplinaire teams werken.
Is mondgezondheid een aandachtspunt in de ouderengeneeskunde?
Gert-Jan; ‘Dat zou het moeten zijn!’ Immers, een goede mondgezondheid is van belang voor het behoud van een goede algemene gezondheid en welzijn. Er is inmiddels veel onderzoek wat aantoont dat er een wederzijdse relatie is tussen de mond- en algemene gezondheid. Het hangt wel van de arts af of er veel of minder aandacht voor is. Niet iedere arts heeft kennis over het belang van een goede mondgezondheid, daarnaast hebben wij artsen nooit geleerd goed in de mond van onze patienten te kijken. Problemen in de mond zijn vaak niet meteen zichtbaar en worden ook niet altijd direct opgemerkt. Een wond op een been bijvoorbeeld, valt wel snel op. Toch is een ontsteking in de mond ook een wond die zorg behoeft en gevolgen heeft voor de gezondheid, het dagelijks leven en welzijn van de patiënt.
Is het nog wel nodig om op latere leeftijd naar de tandarts te gaan?
Gert-Jan; ‘Natuurlijk! En zeker als je kwetsbaarder en zorgafhankelijker wordt is het belangrijk om de mondgezondheid goed in de gaten te houden. Er ontstaan in de loop van tijd tijdens het ouder worden veranderingen in het gebit b.v. teruggetrokken tandvlees met meer kans op wortelcariës, en ook smaakverandering waardoor zoet voedsel (suikers en koolhydraten) aantrekkelijker wordt of (m.n. bij vrouwen met een hoge leeftijd en medicatie gebruik) vermindering van speekselproductie die gevolgen kunnen hebben op de conditie van de mond en gebit. Het kan zelfs verstandig zijn om vaker de tandarts of mondhygiënist te bezoeken wanneer de dagelijkse mondhygiëne moeilijker wordt en eetgewoonten veranderen zoals bij b.v. dementie, een (chronische)ziekte of medicijngebruik waarbij meer risico is op problemen in de mond. Ben je een gezonde 80-plusser en gebruik je geen medicatie ook dan is extra controle belangrijk omdat in het langzame proces van veroudering de speekselproductie minder wordt met meer risico om mondproblemen’.
En hoe zit dat met een prothese/kunstgebit? Moet je ook met een kunstgebit ook elke half jaar naar de tandarts?
Gert-jan; ‘Wanneer je een (gedeeltelijke) prothese of kunstgebit hebt is een jaarlijkse controle belangrijk om te kijken of de prothese nog goed past, je nog goed kan kauwen met de prothese en of het kaakbot en tandvlees in goede conditie zijn. Bij een klikgebit is de controle op de implantaten belangrijk om een peri-implantitis (tandvleesontstekingen rondom het implantaat) te voorkomen. Ook hier geldt dat bij zorgafhankelijkheid of aanwezigheid van medische aandoeningen extra controle verstandig kan zijn.
Mensen die erg ziek zijn of dementie hebben kunnen het tandenpoetsen weigeren of om hierbij geholpen te worden. Ziet u daar gevolgen van?
Gert-Jan; ‘Zeker! En dan gaat het hard! Wanneer men mondzorg weigert of ‘afweergedrag’ vertoont dan is het verstandig om te proberen de reden ervan te achterhalen. Wil iemand het persé zelf blijven doen omdat hulp accepteren nog moeilijk is? Begrijpt iemand het niet wat de bedoeling is als jij een tandenborstel aanreikt? Wil iemand gewoon niet dat je je ermee bemoeit of heeft iemand pijn in de mond? Wanneer je de reden weet dan kan je daarin meebewegen en creatief meedenken hoe je deze persoon kan benaderen zodat de mondzorg toch gegeven kan worden’.
Gert-jan vult aan; ‘Belangrijk is ook om te weten wat de wens is van de patiënt. Is mondzorg meegenomen in een gesprek tussen arts en patiënt in het begin van het ziekteproces, kort na de diagnose: Wat wil je zelf? Hoe belangrijk is mondgezondheid voor je? Is het hebben van een frisse adem belangrijk voor je of wil je, met hulp er verzorgd uit blijven zien?’
Pijnklachten kunnen onrust en angst bij mensen met dementie geven, herkent u dit en hoe komt dat?
Gert-Jan; ‘Dat herken ik zeker. Met name bij mensen met dementie is het lastig te herkennen. Mensen met dementie kunnen pijn vaak niet duidelijk meer aangeven. Dan is het aan de verzorger om goed te observeren en signalen (non-verbaal) te herkennen. Zoals onrustig gedrag, agitatie, afweren van hulp, gezichtsuitdrukking, een hand op het gezicht houden of niet willen eten kunnen een allemaal een signaal zijn van pijn in de mond. Kijk dan ook eens in de mond!’
Hoe belangrijk is het om mondproblemen te verzorgen?
Gert-Jan; ‘Een wond zichtbaar op het lichaam zoals een wond op het been en een onzichtbare wond als een wond in de mond vragen beide wondverzorging. De wondzorg vraagt eenzelfde benadering. Een zichtbare wond is duidelijk en deze wil men goed verzorgen om snel te genezen. Een onzichtbare wond in de mond kan ontstaan door afbreken van een tand of kies die scherp is en kan snijden in de wang. Bloedend tandvlees (gingivitis) of kaakbotontsteking (parodontitis) is ook een wond met een meestal onverwacht groot oppervlak in de mond. Deze onzichtbare wond in de mond behoeft dus dezelfde zorg als een wond op het been. Het is wel lastiger om een wond in de mond te verzorgen en zeker bij iemand die dat liever niet wil. Goed om in je achterhoofd te houden waarom mondgezondheid zo belangrijk; Pijn in de mond is niet fijn, eten wordt een probleem en door slechte mondgezondheid kunnen kwetsbare ouderen vervroegd komen te overlijden’.
Hoe kan een mantelzorger of zorgverlener ondersteunen bij mondhygiëne?
Gert-Jan; ‘Dat hangt van de patiënt af. Neem het in ieder geval niet te snel over, denk aan de waardigheid van de persoon. En lukt het een keer niet, probeer het later nog eens. En zoek naar een manier om aan te sluiten bij de patiënt. Een muziekje of samen zingen bijvoorbeeld kan afleiden en de sfeer ontspannen. Vaste routines kunnen ook helpen, men weet dan wat ze kunnen verwachten. Als het niet lukt kan je het een familielid of mantelzorger vragen, dit biedt de patiënt meer privacy en vertrouwdheid waardoor het wellicht wel lukt.
Gert-Jan vertelt verder; ‘Uit eigen onderzoek blijkt dat mensen waarbij je denkt dat die zelf nog veel kunnen de mondgezondheid slechter is dan bij mensen waarbij alle zorg is overgenomen. Een goede poetsobservatie is dus altijd belangrijk!’
Ziet u tijdgebrek in de zorgverlening waardoor mondhygiëne onder druk komt te staan? Ziet u daar gevolgen van?
Gert-Jan; 'Vaak zie je in de zorg bij personeelsgebrek dat men erg zijn best doet om de ‘zichtbare zorg’ te verlenen. De mond bevat onzichtbaar vuil en wordt nog wel eens overgeslagen.'
Er is steeds meer bekend over de relatie tussen mondgezondheid en welvaartsziekten zoals diabetes, hart- en vaatziekten, reuma en Alzheimer. Ziet u deze relatie in de praktijk ook?
Gert-Jan; ‘Welvaartsziekten zijn de gevolgen van de ongezonde leefstijl gedurende het leven, eenmaal op leeftijd is het voorkomen van welvaartsziekten dus niet meer belangrijk. Functionaliteit, dat men goed kan eten en waardigheid zijn dan de redenen om de mond goed te verzorgen’.
Heeft u een advies om de mondzorg voor ouderen te verbeteren?
Gert-jan; ‘Het zou de zorg ten goede komen als huisarts en tandarts meer samen zouden werken. Een tandarts zou een diagnose als dementie of diabetes moeten weten zodat hij het behandelplan daarop kan aanpassen. Daarnaast ziet de tandarts mensen vaak elk half jaar en kan signalen opmerken dat er iets aan de hand kan zijn b.v. bij veranderde mondhygiëne, verminderde mondgezondheid of afspraken vergeten. Ook diabetes kan al in een vroeg stadium al in de mond worden ontdekt. Bij samenwerking tussen tandarts en huisarts samen met de patiënt kunnen de zorgwensen voor de toekomst besproken worden, hoe zou je willen dat de artsen jou begeleiden tijdens het ziekteproces?
Heeft u een advies voor de bezoekers van Tandarts.nl?
Gert-Jan; ‘Blijf naar de tandarts en mondhygiënist gaan! Je hele leven lang en ook als je ouder wordt. Ga als je ouder wordt vaker voor een controle en ga vooral naar de mondhygiënist om ellende te voorkomen.