Louise Witteman; Deze informatie is informatief bedoeld om inzicht te krijgen in mogelijke oorzaken en oplossingen. Deze informatie is niet bedoeld ter vervanging van het medisch advies. Ik raad je aan om contact op te nemen met je behandelaar om onderstaande informatie in verband met je klacht te bespreken. Omdat een klacht vaak meerdere oorzaken en instandhoudende factoren kan hebben, is een oplossing vaak persoonlijk.
Herken je klachten of heb je vragen neem dan altijd contact op met een deskundige.
Cariës
Cariës (gaatje in tanden en kiezen) ontstaat door het oplossen van het tandglazuur. Tandglazuur is een beschermlaag op de tanden en kiezen, gemaakt van calciumkristallen.
Het oplossen van het tandglazuur gebeurt door inwerking van zuren die geproduceerd worden door zogenaamde cariogene bacteriën. Dit zijn de bacteriën die afbraak van tandweefsel veroorzaken. Dit gebeurt met name op plekken waar plak achterblijft na het poetsen.
Cariës ontstaat uitsluitend op plekken waar plak voorkomt, zonder plak geen cariës!
Herstel van het glazuur
Zolang de buitenste laag (het tandglazuur) van de tand of kies intact blijft, is herstel mogelijk. Als de zuren verder inwerken en de buitenste laag kapot maken dan is herstel van het glazuur niet meer mogelijk.
Hoe merk je dat je een gaatje hebt?
Wanneer er een gaatje is ontstaan kan dit gevoelig worden voor koude, warmte, zuur en zoet. Bijvoorbeeld bij het eten van een ijsje, drinken van koud water of warme thee. Indien het gaatje niet behandeld wordt, kan de beschadiging in de tand of kies groter worden en de zenuw en het bloedvat binnen in de tand of kies; het tandmerg bereiken. Dit merk je door (milde) pijnklachten. Wanneer er geen behandeling plaatsvindt door de tandarts, verergeren de ontsteking en de pijnklachten. Door goed de tanden te reinigen en aantal zoetmomenten te beperken kan je het cariësproces tot stilstand brengen. Tandartsen monitoren daarom de gaatjes. (zie de nieuwe werkwijze: (https://voedingenmondgezondheid.nl/2021/05/25/kimo-richtlijn-caries-bij-jeugdigen/)
Gaatje in tandwortel of tandhals
Een gaatje in de tandwortel of tandhals kan ontstaan als de tandwortel blootligt boven het tandvlees. Dit kan komen door terugtrekkend tandvlees of als gevolg van parodontitis. De tandhals is niet bedekt met tandglazuur, maar met dentine. Dentine is minder goed bestand tegen de inwerking van zuren.
Hoe snel cariës ontstaat is afhankelijk van persoonlijke factoren zoals;
- Speekselproductie en samenstelling van het speeksel
- Stand van het gebit (tanden dicht op elkaar maakt schoonmaken lastig)
- Poetsgedrag
- Fysieke conditie, handicap of ziekte.
- Wel of geen fluoride in tandpasta of spoelmiddel
- Hoeveelheid inname van suikers
- Hoeveelheid eetmomenten per dag
Voeding en Cariës
Uit onderzoek blijkt dat bij traditionele volkeren die nog puur het voedsel uit de natuur halen veel minder cariës voorkomt. Wanneer volkeren in aanraking komen met onze westerse voeding blijkt de cariës flink toe te nemen. Dat komt vooral door de toename van suikergebruik en toename van eetmomenten. In het westen is de hele dag door kunnen eten heel gewoon geworden omdat voedsel altijd voorradig is. Dat is de dagelijkse waarheid voor de velen van ons.
Wat kan je doen als je in het westen woont?
- Minder eetmomenten dus minder of geen tussendoortjes. Hoe minder tussendoortjes des te meer tijd het gebit heeft om met calcium uit het speeksel het glazuur na een zuuraanval te neutraliseren wat het glazuur weer sterk maakt. Een zuuraanval op het gebit ontstaat na een eetmoment of na het drinken van suikerhoudende dranken en sapjes. Dat proces van neutraliseren en herstel heet remineralisatie. Vuistregel; Eet en drink 2 uur na het eten of drinken niets.
- Eet volwaardige voeding met een lange verzadiging voor minder eetmomenten. Dat betekent dat iemand na een volkoren boterham met vleeswaren, kaas of rauwkost minder snel trek krijgt dan na een witte boterham met jam.
- Eet veel groente! Groenten zijn goed voor je. Groenten bevatten (bijna) geen suikers en veroorzaken daarom geen cariës.
- Kies de beste dranken; water, thee & koffie zonder suiker zijn ideale dranken voor het gebit. Het drinken van groene thee na de maaltijd remt zelfs de aanhechting van carinogene bacteriën aan het gebit.
- Zuivel heeft weinig invloed op het glazuur en kan zelfs een beschermende werking hebben. Tip: Eet en drink geen zuivel met toegevoegd suiker. Kies voor yoghurt, karnemelk of kwark. Het is niet de bedoeling dat je meer dan de aanbevolen hoeveelheid kaas of zuivel gaat eten. Het gaat meer om de verandering van het tijdstip.
- Fruit bevat van nature suikers. Eet fruit in zijn geheel met schil en vezels daardoor moet je meer kauwen want dan is er meer speeksel en is het minder belastend voor het gebit dan het drinken van vruchtensap.
- Snoep verstandig! De meeste zoetmiddelen, koekjes en snoepgoed bevatten suiker in velerlei vormen. Ook producten gezoet met honing, dadels en rozijnen bevatten plakkerige natuurlijke zoetigheid. Het is een vezelrijk alternatief maar even belastend voor het gebit. Het beste is om niet te snoepen, als je toch iets ‘te snoepen’ wilt dan is chocolade voor je gebit de betere keus. Chocolade bevat mogelijk een stofje dat de ontwikkeling van cariës remt. Als je toch iets wilt snoepen is chocolade daarom beter dan toffees, die plakkerig zijn.
- Kies voor voeding met langzame koolhydraten zoals groenten en volkoren granen. Deze langzame koolhydraten geven langer een voldaan gevoel waardoor je minder de behoefte krijgt om te gaan snacken en dus helpt om eetmomenten te verminderen. Snelle koolhydraten zijn een minder goede keuze, deze zitten in witte pasta, aardappelen, frietjes, witte rijst en kant en klare soepen, sauzen, koeken, energierepen, energiedrankjes etc.
- Goed kauwen bevordert de speekselproductie hetgeen het gebit beschermt en de spijsvertering een goede start geeft. Speeksel heeft ook een reinigende functie in de mond na een eetmoment. Kies dus voor eten waar je op moet kauwen, zoals (rauwe) groenten en stevig brood.
- Een goede dagelijkse mondhygiëne zorgt voor een schoon gebit waardoor voedsel minder kans krijgt om plak te vormen. Laat je adviseren door je tandarts en mondhygiënist met betrekking tot tandenborstels, ragers en stokers.
- Eet of drink een uur voor het tandenpoetsen geen zure producten meer, omdat het glazuur hier zachter en kwetsbaar door wordt (i.v.m. tanderosie).
- Gebruik geen voeding of dranken na het laatste tandenpoetsten zodat je met een schone mond gaat slapen.
- Fluoride versterkt de tanden en kiezen. Vanwege de beschermende factor tegen cariës is fluor in veel tandpasta’s verwerkt.
- Een droge mond verhoogt het risico op cariës. Heb je hier last van dan is extra mondzorg aan te raden voor het behoud van je gebit. Er zijn 2 soorten monddroogte. Een droge mond en een tekort aan speeksel. Bij een tekort aan speeksel is extra aandacht voor eetmomenten en suikergebruik noodzakelijk omdat de natuurlijke schoonmaak van het gebit minder goed verloopt. Hierdoor blijft voeding langer achter in de mond en kan dit meer schade veroorzaken. Neem contact op met je tandarts of mondhygiënist als je last hebt van een droge mond. Zij kunnen je helpen met gerichte adviezen. Monddroogte kan komen door medicatie met een droge mond als bijwerking of na bestraling. Bij bepaalde ziekten zoals diabetes, reuma, hormonale aandoeningen en speekselklieraandoeningen is droge mond een symptoom.
Wil je meer weten over voeding en mondgezondheid neem contact op met je mondhygiënist en tandarts.
Meer lezen over gezonde voeding: lees het boek de Voedingspiramide, is leuk;-)
Boeken die je na kan slaan over voeding, lifestyle en mondgezondheid zijn verkrijgbaar bij de betreffende auteurspagina's b.v. Louise Witteman en Yvonne Kort